HöiUWiM
Nico Scheepmaker in zijn werkkamer
weer van het doel ziet wegbuigen, in de
richting van bijvoorbeeld de inlopende
Sjaak Swart, die door de terugwaartse
draaiing de bal vol op de slof, of vol op het
voorhoofd krijgt en daardoor extra hard
kan toeslaan.'
Scheepmaker raadpleegt veel bronnen om
tot een vergelijking met Cruijff te komen.
Joris van den Bergh, de vader van de
Nederlandse sportjournalistiek (van hem is
het adagium 'wat goed is, komt snel')
stelde dat ieder grote sportman ook in een
andere tak van sport zou uitblinken.
Scheepmaker toont dat aan voor het geval
Cruijff. Pim Muiier, die zo ongeveer in zijn
eentje de sportbeoefening in Nederland
introduceerde, schreef in 1894 het boek
Athletiek en Voetbal. Cruijff wordt getoetst
aan de midvoor uit de tijd van Muiier. Ook
een oud boek over de gevaren van de
voetbalsport wordt behandeld. 'Voetbal is
een spel der sterke gezonde jongelui en aan
lichamelijk zwakken dient het verboden te
worden', schrijft auteur Jac. Samson.
AJAX MAGAZINE JUNI 1997
231