De stand-up comedian verbaast zich
dagelijks. Over de werkelijkheid ons
voorgeschoteld via krant of tv. Over de
absurditeit van de werkelijkheid. Over de
absurditeit van een fictieve werkelijkheid.
Raoul Heertje (34) kijkt om zich heen en
verwondert zich. 'Is er dan niemand die de
waanzin stopt?' Neem nou die crimineel in
de rij bij de bakker. Met een roze
volgnummertje in de hand onderscheidt
zo'n man zich in niets van de onderdanige
burgerman die beleefd meldt nog niet aan
de beurt te zijn. 'Krankzinnig, als je er over
nadenkt. "Nee, nee, u bent voor mij, u hebt
nummer 63, ik heb 65; ik moet nog
eventjes wachten." Vervolgens loopt die
vent naar buiten en schiet achteloos een
ander door z'n hoofd.'
Trouwens, nu hij het er toch over heeft:
wie stopt bijvoorbeeld nu eens de waanzin
die Hans Kraay heet? Heertje is een
voetballiefhebber. Altijd geweest en nog
steeds. Maar intussen wel een
voetballiefhebber die wordt geplaagd door
ernstige voetbalmoeheid. En Sport7 alleen
er de schuld van geven, vindt hij te
gemakkelijk. 'Het is me te veel geworden.
Al dat gelul van Hans Kraay: ik kan het niet
meer aan. En er is niemand die het stopt,
hè. Ik kan me niet voorstellen dat iemand
in Nederland het wil horen. Mensen willen
voetballen zien, ze zijn niet geïnteresseerd
in het geneuzel van Kraay. Oeverloos
doorzaniken over een wedstrijd en drie
momenten uitzoeken om je woorden
kracht bij te zetten. Jezus, als ik wil
bewijzen dat negers de bal alleen afspelen
aan negers vind ik de passende beelden ook
wel.'
En dan die Arena. Ook zoiets. Zit hij net in
z'n eigen skybox, ergens schuin bovenin of
achter een van de cornervlaggen, begint
ene Piet Beentje of Piet Beentjes de meest
verschrikkelijke liedjes te zingen.
Vervolgens loopt er een als Ajax-mascotte
verklede debiel, of een als debiel verklede
Ajax-mascotte, rondjes over het veld. Om
het publiek in de stemming te brengen.
'Het is allemaal doorgeschoten, hè. Je ziet
het gebeuren met vrijwel alle leuke dingen:
op een zeker moment wordt het
overgenomen door de verkeerde figuren
die werken voor de verkeerde
organisatiebureaus. Wie stopt die
Stoppen kan hij de waanzin ook niet, weet
Heertje, maar om zich er een beetje tegen
aan te bemoeien heeft hij een eigen club
opgericht. Eigenlijk meer een theater dan
een club, maar theater klinkt zo formeel.
En het woord 'club' geeft ook iets beter
weer wat er gebeurt: in Toomler beklimt
iedere vrijdag en zaterdag onder de naam
Comedytrain een ploegje stand-up
comedians het podium om er gezellig wat
op los te lullen. Op doordeweekse avonden
kan het publiek Toomler bezoeken voor
'alternatief voetbalcommentaar', een
optreden met mooie liedjes of try-outs van
beginnende of gevestigde comedians.
Begonnen in een café in de namaak-
binnenstad van het Max Euweplein, is
Toomler nu gehuisvest naast het Hilton, in
de voormalige hang-outvan de
Amsterdamse maffia, Discotheek Juliana's.
Met succes, en belangrijker: zonder foute
mannen van foute organisatiebureaus.
Zoals Louis van Gaal bij Ajax alles in eigen
hand houdt, zo bepaalt Heertje in zijn club
de voorwaarden en de sfeer. 'Ja, ja, Louis
en ik zijn samen begonnen; Louis en ik
hebben veel gemeen. Aardige kop boven
het artikel, toch? Van Gaal begon zes jaar
geleden, ik ook. Misschien is hij naar mij
vernoemd, mijn tweede naam is Louis. In
die beginjaren op het Max Euweplein liep
het fantastisch. Het was iedere avond
barstensvol. We zagen na verloop van tijd
het publiek veranderen. Er kwamen te veel
mensen die dachten dat we het alleen
hadden over neuken en dat we onze broek
lieten zakken. Je hebt zelf in de hand of
zo'n sfeer gaat overheersen. Je kunt
mensen de toegang niet weigeren, maar je
kunt op het podium wel het een en ander
afdwingen. Bijvoorbeeld door je niet aan te
passen, je niet te conformeren. Als je doet
wat je wilt doen, als je doet waar je achter
staat, regelen zulke dingen zichzelf. We zijn
er met z'n allen weggegaan omdat we er
financieel geweldig zijn geflest.'
Balletje breed
Een stand-up comedian is een cabaretier
zonder programma. Althans, zo laat het
verschijnsel zich het gemakkelijkst
omschrijven. Een bezoek aan Toomler
leert dat de dienstdoende comedians voor
een groot deel terugvallen op vaste
verhaallijnen, ingestudeerde sketches, door
sommigen afgewisseld met een
voorgedragen gedichtje. Heertje vindt dat
een aantal van de comedians dat in
Toomler te zien is inderdaad nog te vaak
gebruik maakt van vaste acts. 'Het is
allemaal onzekerheid. Je act is het enige
waaraan je zekerheid denkt te ontlenen.
Profvoetballers kunnen allemaal een
tegenstander passeren. Maar welke speler
doet dat nog? De meesten zijn er te angstig
voor. Ze vervallen telkens in een risicoloos
balletje breed. Als een aantal van de
comedians dat bij ons optreedt losser en
vrijer durft te zijn, zouden ze nog veel
leuker worden. Je moet een aantal
onderwerpen in je hoofd hebben. Daarover
kun je kwaad, verbaasd, onthutst of wat
dan ook zijn. Op het voor jou en op die
avond juiste moment trek je een laatje
open met een bepaald onderwerp.
Vergelijk het met de bezoeker aan een café,
die op het juiste moment zijn verhaal over
een vakantie in Spanje vertelt. Zo'n verhaal
heb je voorradig, het moet er op het goede
moment uitkomen.'
Stand-up heeft veel te maken met de kunst
van het improviseren. Nog meer met de
edele kunst van het slap ouwehoeren.
AIAY AA Ar. A 7 1 MC MIMI 1QQ7