weken nodig voor de kleien koppen
kunnen worden overgedragen aan de
mould-shopwaar er een gipsen mal van
wordt gemaakt. Een mal voor een kop
bestaat uit ongeveer vijftien onderdelen,
die met touwen bijeen gehouden worden.
Terwijl aan de ene kant van de ruimte
Frank en Ronald in het gips gaan, wordt
aan de andere hard gewerkt aan Paus
Johannes Paulus II. Tegelijk wordt een
onthoofd lichaam met een enorme boezem
binnengedragen. The Queen Mother has
arrived.
Een onooglijk zijkamertje van de mould-
shop is het heiligdom van de Tussaud-
studio's. Het is de waxroom, waar in de
gipsen mal de hete was gegoten wordt. De
kop ligt omgekeerd in een bak water, de
was gaat er via een in de 'slokdarm'
gestoken trechter in. Even laten stollen,
gips eraf en klaar. Het procédé is
eenvoudig en beproefd, de uitvoering vergt
grote precisie en het resultaat? Voor de leek
een tegenvaller. Waar de kleien koppen een
grote gelijkenis vertonen met het origineel
en zelfs een zekere levendigheid uitstralen,
staren de wassen versies kil en kaal in het
niets. Het zijn onmiskenbaar Ronald en
Frank, maar ze hebben iets lugubers. Het
zijn vroeg-oude jongens. Er moet nog heel
wat aan gedaan worden.
Te jong
In de hair coloring room worden de
gezichten ingekleurd, Met olieverf, want
het haar moet gewassen kunnen worden.
Het implanteren van het haar is een
tijdrovende klus. Stuk voor stuk worden de
haren in de kale schedels gestoken, wat per
kop een maand vergt. Intussen worden in
het ogenkamertje de irissen geschilderd.
Eén oog kost tien uur. Elders in het
gebouw, dat met zijn overal
rondslingerende ledematen, koppen,
schetsen, tubes verf en potten penselen een
mengelmoes is van anatomisch lab en
kunstenaarsatelier, wordt in het
kledingatelier bemerkt dat de shirts van de
broers verwisseld zijn. Het uit- en weer
aantrekken ervan is geen sinecure, want
een wassen beeld werkt niet mee. Gelukkig
zijn armen en benen demontabel. Wanneer
geconstateerd wordt dat de rode baan van
het shirt door het hagelwitte broekje
heenschijnt, rijst de vraag of ze eigenlijk
een onderbroek zouden moeten dragen. En
men vraagt zich af op welke mouw het
Champions-League-embleem genaaid
moet worden.
Op maandag 14 april, vier dagen voor de
onthulling, vliegt Elvire van Belle voor het
laatst naar Londen om het resultaat van de
maandenlange inspanningen te bekijken.
De schrik slaat haar om het hart. Tot haar
ontzetting moet ze vaststellen dat de
beelden niet lijken. Ze zijn te jong. Nu
weer te jong. Nadere beschouwing brengt
de oorzaak aan het licht. Het haar is te
lang. Ze zijn te Amerikaans, te weinig
Amsterdams. In allerijl worden afspraken
gemaakt met Frank en Ronald. De
volgende dag worden de beelden
overgevlogen en op woensdag zitten de
broers, met hun kop in was, ieder bij hun
eigen kapper, die het kapsel in het juiste
model brengt.
'De bal is als zachte was als die voor hun
voeten ligt. Ze strelen en penselen de bal,
boetseren kunstwerkjes op het veld,'
speecht David Endt een dag later bij de
onthulling van de wassen beelden van 'de
aanstaande recordinternational en de
Houdini van de zestien meter'.
In al hun aardse, bijna-echtheid staan ze
daar, Frank leunend op de schouder van
Ronald, beide gehuld in net iets te schone
shirts, waarvan de rode baan door het witte
broekje heenschijnt. Ontspannen poseren
ze nog even voor de fotograaf, zo hollen ze
het veld in, klaar voor de aftrap. Het is dat
Tussaud in Londen die ene, hemelse truc
nog niet onder de knie heeft, anders kon
Arsenal alsnog zijn zin en twee De Boertjes
krijgen.
180
AJAX MAGAZINE JUNI 1997