Foto: Louis van de Vuurst
Chelsea - Middlesbrough was de 116de FA-
Cupfinal uit de historie. Het is het oudste
aller voetbaltoernooien en misschien mede
daarom een van de meest populaire. De
eerste finale in 1872 ging tussen Bolton
Wanderers en Royal Engineers (1-0). Tot
1923 waren er voornamelijk drie plaatsen
waar de finale werd gespeeld: op het
cricketveld van Kennington Oval, in
Crystal Palace en Stamford Bridge, de
thuishaven van Chelsea.
Begin jaren twintig kwam de Engelse
regering de tobbende voetbalbond te hulp,
die zich het hoofd brak over een plek waar
méér toeschouwers de Cupfinal konden
bijwonen. Bovendien wilde de voetbalbond
een neutraal stadion voor de finale.
De Engelse regering was van plan in 1924
de British Empire Exhibition te houden,
waar onder meer schatten, industriële
activiteiten en vriendschapsbanden met
andere landen werden getoond. Een nieuw
te bouwen Empire Stadium zou het
centrum van die gigantische
tentoonstelling worden. Na de
tentoonstelling zou het stadion verkocht
worden aan particulieren en tot op de dag
van vandaag is Wembley in handen van
een privé-onderneming (Wembley
Stadium PLC). Een jaar voor de British
Empire Exhibition werd het Empire
Stadium reeds geopend, zodat de FA-
Cupfinal er gespeeld kon worden.
De wedstrijd tussen Bolton Wanderers en
West Ham United zou meteen een van de
meest spraakmakende uit de historie
worden. Hoeveel mensen de Cupfinal
wilden bijwonen was de organisatie vooraf
niet duidelijk, zodat bij een deugdelijke
voorverkoop niet werd stilgestaan.
Billy
De belangstelling overtrof op 28 april 1923
alle verwachtingen. Rond één uur 's
middags waren officieel 126.047 mensen de
poorten van het Empire Stadium
gepasseerd. Drie kwartier later werden de
poorten gesloten. Op dat moment waren
tienduizenden fans nog op weg naar het
stadion. De menigte, naar verluidt waren
er nog meer mensen buiten dan binnen het
stadion liet zich niet stoppen en klom
over hekken, passeerde bewakers,
klauterde over muren en vernietigde
houten afrasteringen. Rond drie uur, de
geplande aanvangstijd van de wedstrijd,
waren zo'n tweehonderdvijftigduizend
mensen in het stadion; drie kwart van het
veld was in bezit genomen door de
toeschouwers, van wie King George V er
ook een uur over gedaan had om het
stadion binnen te komen.
Niettegenstaande de chaos zetten de
ingehuurde bands van de Brigade of
Guards die zich op het veld tussen de
menigte bevonden, hun repertoire in.
Hulp kwam er uit onverwachte hoek. Een
van de te elfder ure opgeroepen
politiekrachten, constable George Albert