VmowA 3 .to 3 o Jo O O opgave het schier onmogelijke te volbrengen. Even zag het er zelfs naar uit dat Litmanen gelijk zou krijgen. Ajax begon in het Delle Alpi veelbelovend. Vooral in het eerste half uur had Ajax kansen op een stunt. Al na vijf minuten verscheen Babangida alleen voor Peruzzi na een pass van Scholten, maar zijn schot verdween in het zijnet. Ajax bediende zich van de overrompelingstechniek die het eerder in Europese wedstrijden met succes toepaste. In Turijn leidde de strategie zelfs tot een tweede kans voor de Nigeriaanse vleugelspits, maar eenmaal in het Italiaanse strafschopgebied verloor hij het overzicht. Na een dik half uur viel binnen twee minuten definitief het doek voor Ajax. Uit een corner van de Franse international Zidane kopte Lombardo de bal net buiten het bereik van de handschoenen van Van der Sar over de doellijn, en nog voor Ajax van de schrik bekomen was bereidde de doelpuntenmaker de tweede Juventus- treffer voor. Vieri ontving zijn voorzet bij de tweede paal en verloste Ajax uit zijn lijden. Een kopbal van Bogarde, vlak voor rust, ging er niet niet in. Ajax moest in de tweede helft geforceerd naar voren. Dat leidde tot een treffer van Melchiot, maar met een kwartier te gaan moest nog twee maal gescoord worden om een finaleplaats in de wacht te slepen. Dat was te veel gevraagd. De twee doelpunten vielen wel, maar aan de verkeerde kant, wederom in twee minuten. Amoruso en Zidane tilden de stand naar 4-1, waardoor het einde van een tijdperk, dat van Van Gaal en dat van een de Europese velden dominerend Ajax, gemarkeerd werd met de grootste Europese nederlaag sinds 1980, toen Bayern München in Duitsland met 5-1 won. Het was een nederlaag waar niets op af te dingen viel. Die conclusie trok ook de coach die afscheid gaat nemen van de ploeg die voorlopig afscheid genomen heeft van het Champions-Leaguepubliek: 'Als trainer van de tegenstander kan ik ook genieten van bijzondere spelers bij de andere partij. De manier waarop Zidane voor Juve de ene goal aangeeft en de andere zelf maakt, was heel bijzonder. We hebben verloren van een grote ploeg.' Het Ajax-elftal dat voorlopig voor het laatst het Champions-Leaguevignet op de mouw droeg. Staand vanaf links: Edwin van der Sar, Arnold Scholten, Winston Bogarde, Ronald de Boer, Mare Overmars, Danny Blind. Voor: Jari Litmanen, Frank de Boer, Richard Witschge, Mario Melchiot, Tijjani Babangida. In de openingsfase van Juventus-Ajax kreeg Babangida twee maal de kans de score te openen.

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1997 | | pagina 57