opnieuw, met een tevreden lachje, en voegt
er met een knipoog naar zijn buurman aan
toe: 'We hadden dan ook een uitstekende
linksback.'). Johan was natuurlijk heel
fragiel en kwam na een aanslag op zijn
ledematen bij ons in de verdediging
weieens vragen of we de dader van zo'n
aanslag konden terugpakken. Meestal
deden we dat ook voor hem, of we deelden
op een andere manier een waarschuwing
uit.'
Over zijn zelfverzekerdheid
Grootenboer: 'Dat zelfverzekerde heeft hij
altijd gehad. Hij kon absoluut niet tegen
zijn verlies. Hij gaf als jeugdspeler al
aanwijzingen, legde bijvoorbeeld uit dat je
in sommige situaties de bal beter met je
binnenkant kunt spelen, of hij vertelde aan
sommige spelers dat ze de bal niet goed
aannamen.'
Van der Veen: 'Wij trainers vonden het
uitstekend dat hij zo dominant was. Het
was een bevestiging van zijn genialiteit als
voetballer. Zo'n voetballer voelt gewoon
aan wat de trainer wil.'
Grootenboer: 'Hij luisterde altijd heel
goed naar mensen. Hij bemoeide zich
nooit met de trainingen zelf, dat liet hij aan
de trainer over. Het geven van
aanwijzingen deed hij meestal tijdens de
potjes in de speeltuin. Toen hij later trainer
werd bij Ajax, stond hij ook altijd open
voor andere meningen. Er waren weieens
discussies over een bepaalde speler, die al
dan niet moest worden teruggehaald naar
Ajax. Dan vroeg hij ook meneer Van der
Veen naar diens mening over de
betreffende speler. Meestal werd er over
zo'n speler gestemd. Als het 3-2 voor het
terughalen werd, terwijl Johan zelf tegen
was, kwam zo'n jongen toch terug. Het is
niet zo dat hij zijn eigen mening per se
Foto: Louis van de Vuurst
wilde doordrukken.'
Van der Veen: 'Johan had veel vertrouwen
in ons. Als wij zeiden: "Bij die wedstrijd
moet je eens gaan kijken want daar loopt
een goeie," dan deed hij dat ook.
Over hun gemeenschappelijke interesse:
werken met de jeugd
Grootenboer: 'Over dit onderwerp praten
we heel veel. Toen Johan hier trainer was,
stond hij als het even kon naar de kleintjes
te kijken. Als hem tijdens een wedstrijd iets
opviel, vertelde hij dat direct aan de
betreffende jeugdtrainer. Dat deed hij altijd
heel rustig, want ik heb hem nooit kwaad
gezien. Alles is in principe bespreekbaar
met hem.'
Van der Veen: 'Ik weet nog dat ik samen
met Johan op Voorland naar een
jeugdwedstrijd stond te kijken. Een van
onze spelers speelde met afgezakte kousen.
Johan zag dat en zei: "Meneer Van der
Veen, dat maken we straks wel even in
orde, hè?" Dan ging hij in de rust mee naar
de kleedkamer en ik kan je vertellen dat die
jongen nooit meer met afgezakte kousen
heeft gevoetbald.'
Grootenboer: 'Johan is ooit tijdens een
jeugdwedstrijd op me afgestapt om te
zeggen dat ik onze spits moest wisselen,
want die had nèt een elleboogje uitgedeeld,
wat verder niemand was opgevallen. Wij
namen dat advies over en wisselden hem in
de rust. Die jongen vond het niet eens erg,
want hij begreep precies wat er aan de
hand was.'
Van der Veen: 'Tegenwoordig is alles hier
op de Toekomst anders dan vroeger. De
afstand tot het stadion is eigenlijk te groot.
Toch begint het hier nu aardig te lopen
met de jeugd. Maar desondanks zijn wij
nog niet tevreden. Dat moet ook, want een
mens mag nooit tevreden zijn. Om met
189