richting van het Amsterdamse strafschopgebied. Hans van Eeden wil springen, maar Ruud Krol is er sneller bij en vuurpijlt de bal zonder kijken schuin naar voren. Weg is weg. Ook bij Ajax moet de techniek het wel eens afleggen tegen de noodzaak. De bal vliegt richting linksbuitenplaats. Richting dug-out. Richting Johan Cruijff, die, met het touwtje nog niet om de kous, maar tussen de vingers, terug het veld in loopt. Kees Weimar, die met nummer 16 de moegestreden De Caluwé is komen vervangen en de dekking van Cruijff heeft overgenomen, staat op een respectabele afstand van een meter of vijf, zes van Cruijff. De 23-jarige leraar heeft goed onthouden dat Aad Mansveld voor het begin van het duel een fraaie bos bloemen aan Cruijff heeft overhandigd. De vriendschappelijke bezegeling van Cruijffs verkiezing tot Europees voetballer van het jaar 1971, vorige maand in Parijs. Mansveld stond er zelfs bij te klappen. Zo iemand behoor je als verdediger met respect tegemoet te treden. Dan begint de geschiedenisles. Meester Cruijff klopt zijn pijp uit in de asbak, loopt naar het schoolbord en pakt een krijtje. Hij maakt de bal dood, zonder de bal vaart te laten minderen. Hij verandert de verticale baan die de bal maakt, in een horizontale. Hij neemt de bal dropkickend mee, zonder hem aan de voet te houden. Hij speelt hem tien meter naar voren langs Weimar, die zes meter voorsprong op hem heeft. Al na acht meter heeft Cruijff de achterstand ingelopen, mede dank zij Weimar, Cornelis Adam, die geen obstructie pleegt, wat negen van de tien verdedigers zouden doen, maar beleefd inhoudt om zijn opponent carte blanche te geven. Cruijff heeft inmiddels de geluidsbarrière doorbroken en is op weg naar Ton Thie, die hij weldra zal omspelen, zijn specialiteit, om de bal vervolgens bedaard in het lege doel te wandelen. Twee meter buiten het strafschopgebied besluit de meester tot een aanpassing van het concept: plotseling borstelt hij de bal met de binnenkant van de voet in de richting van het doel. Zoals Van Hanegem dat uit stand met links doet, doet hij het in de beweging en met rechts. Ton Thie, anderhalve meter voor zijn doel staand, maakt een desperate sprong en slaagt er waarschijnlijk tot zijn eigen verbazing en genoegen in de bal nog net met zijn rechterhand aan te raken. Helaas te krachteloos om een doelpunt te voorkomen, want de bal komt tot stilstand tegen het net. Twee-één voor Ajax. Het mooiste doelpunt dat Cruijff ooit gemaakt heeft. Een vorm van kunst of ballet. Zegt Theo van Gogh. Een doelpunt dat alle andere doelpunten die nog in het splinternieuwe jaar gescoord zouden worden, kansloos maakten in de race om de titel 'doelpunt van het jaar'. Zegt Evert Vermeer. En zeggen talloos veel anderen, die de herinnering graag beeldhouwen en bewaren op hun schoorsteenmantel. Niets, mooiste doelpunt van Cruijff. Niets, vorm van kunst of ballet. Niets, doelpunt van het jaar. Een heel gewoon doelpunt op een heerlijke winterzondag. Niets, even voorbij de middenlijn. Niets, tegen ADO. Een simpele kruller van nog geen twintig meter afstand en tegen FC Den Haag. Toen Arie Haan in Argentinië op het Wereldkampioenschap van 1978 namens Nederland van 30 meter afstand de Italiaanse doelman Dino Zoff passeerde, sprak de Belgische commentator Rik de Saedeleer de legendarische woorden: Dat gaat straks zestig meter worden. Want zo gaat dat met dingen die we mooi vinden en die veel te vlug naar onze zin voorbij gaan. We koesteren ze en poetsen ze op. Om ze te exposeren en erover te verhalen. Met vonken in onze ogen en vuur in onze stem. Wij waren erbij, wij waren uitverkoren. Jammer dat er tegenwoordig videobanden beschikbaar zijn. Videobanden die onze souvenirs zo harteloos in scherven slaan. Want hij is te koop, beste Theo. Het staat er allemaal op, beste Evert. Hoe Cruijff even buiten het strafschopgebied op doel schiet en de bal er met geluk en via de hand van Ton Thie in vliegt. Je kunt 'm bij me komen kijken. Of 'm zelf bestellen bij Movies Select Video BV, Prinsengracht 546, 1017 KK Amsterdam. De titel luidt, hoe kan het anders, Johan Cruijff. Samenstelling en regie Pirn Marks en Mare van der Loos. Commentaar Kees Jansma. Speelduur circa 52 minuten. Geschikt voor alle leeftijden. Dit verhaal van Chris Willemsen is grotendeels afkomstig uit zijn boek De moeder aller nederlagen, deel 6 uit de Nederlandse Sportbibliotheek van Uitgeverij Thomas Rap.

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1997 | | pagina 190