Foto 's: Louis van de Vuurst toe, alsof ik hem een gunst heb verleend door hem te ondervragen. Ik kijk ongelovig naar mijn hand die hij net schudde, en ik glim als een schooljongen, die met knikkeren een 'mooitje' heeft gewonnen. Ik wil juichen zoals hij deed na dat doelpunt tegen Haarlem, maar je moet geen dingen willen die je niet beheerst. Dichter bij de onsterfelijkheid kan ik niet komen. Nu maar hopen dat de foto waarop wij zijn vereeuwigd is gelukt. Dan kan ik tenminste bewijzen aan jaloerse vrienden dat ik mijn held echt heb gesproken; dat niet de werkelijkheid een droom bleek, maar de droom tot werkelijkheid geworden was. blijven gelden, hoop ik dat er voorlopig geen enkele straat naar mij kan worden genoemd.' Ben je werkelijk onsterfelijk? Cruijff: 'Niet letterlijk, maar ik begrijp wat je bedoelt. In zekere zin ben ik waarschijnlijk onsterfelijk. Ik denk niet dat men uiteindelijk niet meer zal weten waar je het over hebt als je Cruijff zegt. Ie ziet het met spelers als Abe Lenstra, of in Spanje Di Stefano en Puskas. Als je een bepaald niveau voorbij bent, vergeet men je niet meer. Ik denk dat dat in mijn geval zo is. Op zich is dat een raar idee, maar ik heb er langzaam aan kunnen wennen.' Net als Cruijff me wil gaan uitleggen hoe hij heeft leren leven met de onsterfelijkheid, grijpt Henk Koenders in. Hij heeft de klok nauwlettend in de gaten gehouden en weet dat het tijd is voor de belangrijkste afspraak van de dag. Cruijff heeft afgesproken ergens in Amsterdam even een balletje te gaan trappen. In een fractie van een seconde beleef ik de heimwee naar de voetballer met nummer veertien. Vliegensvlug fantaseer ik over zijn tweede rentree. Cruijff lijkt fit. De haast waarmee hij wegbeent, vat ik niet persoonlijk op. 'Bedankt,' voegt hij me nog 164 AJAX MAGAZINE APRIL 1997

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1997 | | pagina 172