jÖTSUls Foto: Louis van de Vuurst Dat werk deed hij in betrekkelijke anonimiteit. Al was hij er niet per se op uit op de achtergrond te verblijven, zoals wel André Kraan, vond Uri Coronel dat er voor de publiciteit nu eenmaal anderen waren. Met name Michael van Praag en Arie van Os. 'Ach, het interesseert de meeste mensen geen fluit of er een nieuw sponsorcontract is afgesloten. En dat is nu eenmaal voor het grootste deel mijn taak. In verband met het stadion heb ik mijn portie publiciteit wel gehad. Betrekkelijk op de achtergond, daar voel ik me prettig bij... Maar ik ben wel ijdel, hoor. Daar niet van.' Geen hinderlijke mate van ijdelheid dus, want geboren Ajacied Coronel had zich tot zijn bestuurlijke loopbaan begon nooit in de bestuurskamer laten zien. Het nieuwe bestuurslid commerciële zaken was tot 1989 echter wel degelijk kind aan huis in de Meer geweest. Op de tribune. Hij werd met Ajax opgevoed. 'Mijn vader was donateur. Mijn eerste kinderkaart kreeg ik in 1954, kosten: vijf gulden per jaar. Later werd ik donateur, ondersteunend lid. Mijn hele leven kom ik dus al bij Ajax; in al die jaren vanaf mijn zesde heb ik nooit meer dan twee thuiswedstrijden per seizoen gemist, denk ik. Van de uitwedstijden zag ik er altijd zeven a acht per seizoen. Als jongen ging ik naar de betaalde jeugd kijken en naar het honkbal. Ajax? Zat in mijn bloed. Onze hele familie bestaat uit louter Ajacieden.' Uri Coronel was van aanleg geen voetballer, maar supporter. 'Ik heb nooit in het circuit gezeten. Helemaal nooit. Ik had een plaats op de eretribune, eerst naast m'n vader, later naast mijn broer en zwagers, naast neven en nichten, maar that was it. Na afloop gingen we naar huis. Geen binding met de 'hogere sferen', zoals jij dat noemt.' Wie Amstelveen tot Amsterdam rekent na A AV AA A r. A 7 I M C ADD II 1QQ7

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1997 | | pagina 136