Oude liefde
weer de oude
door Armand Schreurs
Welke wedstrijden herinner jij je nog uit je beste periode bij Ajax? Een standaardvraag, waarop
menig oud-Ajacied meteen opbloeit en breedvoerig begint uit te weiden over heroïsche
veldslagen. Stanley Menzo heeft echter een verrassend antwoord klaar: in feite heeft hij geen
enkele partij speciaal in zijn geheugen gegrift, want hij houdt geen plakboekverhaaltjes bij. Voor
hem is Ajax niet de verzameling van een aantal gedenkwaardige momenten, het is vooral een
periode in zijn leven, waaraan hij emotievol terugdenkt. Ajax heeft hem gemaakt tot de man die
hij is, zoveel is duidelijk. De aanpak van Cruijff, de 'prachtmens Bobby Haarms' (citaat), de twijfel
bij Beenhakker en het 'verdwijnen' onder Van Gaal. Die Ajax-periode is er voor Menzo, misschien
méér dan voor wie ook, één van ups en downs geweest.
Stanley Menzo was jarenlang de onbetwiste
held van de F-side, samengetroept achter
het doel in de Meer. 'Ze hebben mij altijd
enorm gesteund,' weet hij nog. 'Dat kwam
het best tot uiting toen ik niet meer in de
basis stond. Mijn naam werd nog vaak
gescandeerd en dat deed me goed. Je wist
dat ze je niet vergeten waren. En als je dan
toch per se een anecdote wilt: bij de tweede
wedstrijd die ik voor Ajax speelde, hield ik
de 1-0 winst tegen PSV vast. Het was
meteen raak. Ze hebben me toen op hun
schouders het veld afgedragen.' Ajax en
Menzo, liefde op het eerste gezicht.
Op zijn zeventiende maakte hij de overstap
van Zeeburgia naar Ajax. 'Ik ben het eerste
jaar amateur geweest en kwam nadien pas
bij de A-selectie. De komst van Johan
Cruijff als trainer was het begin van alles.
Eerder had ik al eens geproefd van het
grote werk, maar ineens was ik de nummer
één.' Om tactische redenen won Menzo het
immers verrassend van de wat oudere
Hans Galjé, die Piet Schrijvers opvolgde.
'Cruijff wilde een meevoetballende keeper
in zijn systeem en volgens hem was ik daar
de sterkste in. Die beslissing gaf me een
enorm zelfvertrouwen.'
Daaruit mag echter niet worden afgeleid
dat Menzo een bijzondere band had met
zijn coach. 'Neen, ik moest zelfs van
anderen horen hoe Cruijff over mij dacht
en waarom hij voor mij opteerde.
Persoonlijk heeft hij me dat nooit
uitgelegd. Ik werkte dagelijks in de
normale context tussen trainer en speler.
Ik kan dus niet beweren dat hij veel met
mij omging. Al voelde ik me door hem wel
altijd gesteund en beschermd.'
Frans Hoek
'Johan wist zelf niet echt hoe de keepers
moesten worden getraind en liet daarvoor
een specialist aantrekken, Frans Hoek. Die
heeft enorm veel voor mij betekend.
Dankzij hem kon ik in korte tijd grote
vooruitgang boeken. Tactisch werd ik tot
in de puntjes klaargestoomd, ik leerde er
méér dan het klassieke keeperswerk.
Uiteindelijk leerde hij me inzien wat er
verder in het veld gebeurt. Ik moest
coachen, ingrijpen.'
Van Frans Hoek is trouwens de uitspraak
dat de beste keeper degene is, die zijn
AJAX MAGAZINE APRIL 1997
117