Op 5 april 1995 haalde Ajax zijn eerste Europa-Cuppunt in het Olympiastadion. In een saaie wedstrijd bleef het 0-0 in de eerste halve-finalewedstrijd van de Champions League tegen Bayern München. Foto: Louis van de Vuurst Johan Cruijff de maandag voor de wedstrijd niet met zijn team naar München vliegt. De aanvoerder van Ajax is twee dagen eerder tegen NAC (opnieuw) geraakt aan zijn kwetsbare knie en in de rust vervangen door Arnold Mühren. Cruijff besluit om zijn knie niet door clubdokter John Rolink, maar door specialist Hans Tetzner te laten behandelen. Cruijff vraagt ook advies aan Hans Kriek, een chirurg die samen met masseur Salo Muller bij Ajax was verdwenen nadat zij zich niet konden vinden in het medische beleid van Rolink, die bijvoorbeeld vond dat Ajax geen vaste chirurg als begeleider nodig had. Tetzner adviseert Cruijff om thuis te blijven en zij knie rust te geven. Het Ajax- bestuur sommeert Cruijff, 's morgens in de Meer aanwezig, echter om het advies van Rolink te volgen en dat luidt dat Cruijff wél kan spelen. Cruijff laat zich overreden en rijdt in zijn auto richting Vinkeveen, om zijn spullen te halen. Onderweg bedenkt Cruijff zich echter en eenmaal thuis belt hij toch af. Zijn medespelers laat hij in het ongewisse. Piet Keizer belt vanaf Schiphol nog naar Cruijff, maar krijgt hem niet te pakken. De spelers krijgen het gevoel dat Cruijff zijn privé-oorlog met Rolink uitvecht over hun ruggen heen. Bovendien kan een geblesseerde Cruijff in ieder geval wel mee naar München vliegen. De eerste barsten worden zichtbaar in de relatie tussen Cruijff en (sommige) spelers. Ook Johan Neeskens, eveneens tegen NAC geblesseerd geraakt, kan misschien niet spelen. Maar Neeskens wil zijn team niet in de steek laten. Op de ochtend voor de wedstrijd doet hij in het Olympiapark voor het Esso Motor Hotel onder begeleiding van Bobby Haarms loopoefeningen. Neeskens heeft veel pijn aan zijn rechteronderbeen, maar besluit om, zonder spuit (verdoven is een methode die Rolink graag gebruikt bij geblesseerden), 's avonds toch te spelen. De Bayern-Echo, een in het Olympiastadion verkocht programmablad, kan uiteraard nog geen melding maken van de plotse problemen van beide Johannen. Wel meent het blad dat Johnny Rep 'bei einigen Fachleuten schon als gefahrlicher als Linksauften Piet Keizer gilt'. In een ander Bayern-blad wordt aan Keizer ook niet helemaal recht gedaan. Zijn uiterlijk wordt vergeleken met dat van een westernheid: 'scherp gesneden jukbeenderen, ingevallen wangen en een atletisch figuur'. Schoppartij Op het perfecte veld van het Olympiastadion blijkt onze westernheid, uiteraard, ook heel goed te kunnen schieten. Reeds na acht minuten haalt Keizer de trekker over, nadat Paul Breitner de bal te zacht heeft teruggekopt op doelman Sepp Maier. Met een subtiele lob velt Ajax' cowboy het doodvonnis over de Westduitsers: 0-1, wat een totaalstand van 5-0 in het voordeel van Ajax betekent. AJAX MAGAZINE APRIL1997 111

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1997 | | pagina 119