De geschiedenis van het Olympia-stadion
begint in 1965 als er een ontwerpwedstrijd
wordt uitgeschreven voor een nieuw
stadion en bijbehorend recreatiepark. Zo'n
honderd ontwerpers doen mee, waaronder
Werner March, die ruim dertig jaar eerder
een plan had ingediend voor een ander
Olympisch stadion: dat van Berlijn. Ene
Adolf Hitler keurde het plan van March
destijds af. In München wordt Günter
Behnisch de winnaar, die samen met Frei
Otto met een hypermodern plan was
gekomen. Beter gezegd: het is vooral de
invloed van Otto, die het stadion zo
onconventioneel zou maken.
Otto, een voormalig gevechtspiloot uit de
Tweede Wereldoorlog, is erg onder de
indruk van de lichtgewicht
luchtvaarttechnologie. Voor het stadion in
München ontwerpt het architectenbureau
Behnisch und Partner een revoltutionair,
doorzichtig dak gemaakt van plexiglas. Als
een tentdoek hangt het dak op een hoogte
van tachtig meter over het stadion. De
glooiende vormen van het dak passen heel
mooi in het licht glooiende landschap rond
het stadion. Het dak loopt door in het
Olympiapark, waardoor het op
regenachtige dagen soms droger buiten
dan binnen het stadion is! Niet het hele
stadion is namelijk overdekt, zo'n dertig
procent is dakloos.
Het dak kost 55 miljoen Duitse Marken,
een bedrag waarvoor elders in Duitsland
complete stadions waren gebouwd. De
totale bouwkosten van het stadion
bedragen 137 D-Mark.
Het Olympiastadion en bijbehorende park
zijn een van Duitslands populairste
toeristenattracties. Het complex heeft een
totale oppervlakte van 385 hectare, waarin
zich onder meer grote grasvlakten, stukken
AJAX MAGAZINE APRIL 1997