voetballen
nooit gewoon
door Erik van Leeuwen
Dat het met de jeugdopleiding van Ajax nog wel snor zit, blijkt uit het grote
aantal talenten dat dit seizoen de stap naar de Arena heeft mogen maken.
Ongemerkt stroomt er nu ook weer veel Amsterdams bloed met hier en daar een
inheems tintje door selectie. Ras-Mokummers als Splinter, Melchiot, Reuser en
Turpijn hebben inmiddels hun plek veroverd in de selectie van Louis van Gaal.
Voor Eli Louhenapessy, opgegroeid op het beroemde Balboapleintje, is geduld
een schone zaak. Zijn kans komt vanzelf weer, na de even onverwachte als
ongelukkige start in het eerste bij de wedstrijd tegen NAC.
van overtuigd.' Louhenapessy klinkt
zelfverzekerd. De jonge profs van
tegenwoordig moeten wel. De concurrentie
is moordend, de druk hoog. En als je het
niet aankan, dan mag je weg. Voor jou tien
anderen die minstens zo gretig zijn om die
stap naar het eerste te maken.
Louhenapessy is zich er als geen ander van
bewust. Wat wil je als je al tien jaar het
Ajax-shirt draagt. De Sjaak Swart van de
jeugd? Eli moet erom lachen. 'Dat is
misschien wel een beetje te ver gezocht.
Maar het klopt wel, als je al zo'n lange tijd
bij Ajax speelt, dan weet je dat je kunt
afvallen. Van elk team blijven er misschien
één of twee aan het eind van het jaar over;
de rest mag weg. Dat is misschien wel
keihard, maar dat is topsport ook.'
Voorbeeldige leerling
Louhenapessy kwam via een instuif bij
Ajax terecht. Zijn eerste stappen op
voetbalgebied werden gezet bij DWS, maar
na twee jaar het fraaie blauw-zwart te
hebben gedragen, bleek het witte shirt met
de rode baan ook verbazend goed te
passen. Vanaf de E'tjes heeft de Ajacied al
heel wat spelers zien komen en gaan. En
Eli? Die mocht steeds blijven. Hij toonde
zich een voorbeeldige leerling die vooral
opviel door zijn multi-functionaliteit.
Overal konden de trainers hem wel
kwijt. Als hij maar mocht spelen. 'Ik heb
AJAX MAGAZINE MAART 1997
91