Lucky
Column
door David Endt
Ik wist niet van het bestaan van de Nieuwezijds Kapel. Ook niet
toen ik zaterdagavond naar het Park Plaza ging. Ik was er op
uitnodiging van de club van oud-Ajacieden. In Park Plaza vierden
zij het inmiddels traditionele jaarfeest. Rokin nummer 78. Ik ging
de zware deur door en verbaasde mij over het interieur. Bij Park
Plaza verwacht je iets moderners dan een rustieke koepel van een
kerk. En toch is het dat. Park Plaza is de Nieuwezijds Kapel. Daar
stonden de tafels gedekt voor de Ajacieden van weleer die deel
uitmaken van de club Lucky Ajax. En daar stond ook de bühne
waar een orkest er voor zorgde dat het diner een diner dansant
werd. Heren in smoking, dames in avondkleding, het paste
wonderwel in de ronde zaal waar de stemming meteen al op
niveau was. Curieus, die verschillende generaties van Ajacieden.
Mannen die mede hun stempel drukten op de glorie van de club.
Mannen die allen het voetbal liefhadden en het nog steeds
liefhebben. Mannen die soms als jongetje en soms als reeds
volwassen voetballer bij Ajax kwamen spelen en zich voegden bij
de Ajax-familie. Mannen die vriendschappen voor het leven met
elkaar sloten enkel omdat zij bij dezelfde club speelden. Twaalf
tafels met rood-witte voetbalhistorie, twaalf tafels met
herinneringen.
Het wonder van een voetbalclub. Een vereniging die, hoezeer ook
het voetbal tegenwoordig een bedrijfstak is geworden, warmte en
sentiment bezit. Van de jongste generatie ex-Ajacieden waren er
maar weinig present. Zij is nog te pril om zich de waarde van het
bezit van de speciale band te realiseren. Over een tiental jaren zal
die generatie ook aanzitten, zich met de armen om eikaars
schouders geslagen laten vereeuwigen en met een blij gezicht een
oude bekende die men niet had verwacht verwelkomen.
De tafel waar ik aanzat, was divers van generaties. Meneer
Schoevaart, kwieke old-timer en wandelend archief van de club.
Willy Schmidt, linksbuiten uit de periode dat ik nog in de luiers
lag. Er wordt gezegd dat deze Schmidt het voorbeeld was voor Piet
Keizer... Gerrie Mühren, technisch wonderkind uit Volendam, die
zo'n controle over de bal had dat het moeilijke gemakkelijk leek.
Aan de tafel links van mij zat een part van de ijzersterke generatie
voetballers die in de vroege jaren van het betaald voetbal het Ajax-
elftal vormden. Deze ploeg vormt een belangrijke kern van Lucky
Ajax. Ger van Mourik is ook bij gelegenheden als dit jaarfeest van
Lucky Ajax de captain van die groep. Naast hem zit Loek den Edel.
Eens was hij het prototype van de goaltjesdief. Met smaak wordt
verteld hoe hij als junioren voetballer in zijn eerste wedstrijd voor
Ajax zeven doelpunten maakte. Den Edel bleef scoren. Veelal
zonder veel franje. Maar hij stond wel steeds op de goede plek en
de doelpunten telden, daar ging het om. Ik heb nooit een Den
Edel-doelpunt gezien, maar je kan niet anders dan geloven wat de
Foto: Yvonne Witte
mannen vertellen. Aan deze tafel zit een man die mij na aan het
hart ligt. Het is meneer Pieters Graafland. Eddie Pieters Graafland.
In mijn jeugd was hij de verpersoonlijking van de keeper. En dat
terwijl hij niet eens voor Ajax speelde maar voor Feyenoord.
Natuurlijk, iedere club had een keeper maar Eddie Pieters
Graafland was onbetwist de beste keeper van Nederland. Het
Nederlands Elftal bestond uit keeper Pieters Graafland en de tien
andere voetballers waren inwisselbaar. Wij voetbaljochies uit de
buurt wisten wel dat 'Eddiepietersgraafland' (de drie namen
werden in onze spreektaal één woord. Geen naam maar een
woord, een begrip) ooit voor Ajax had gespeeld. Maar hij hoorde
evenzeer bij Feyenoord als bij het Nederlands elftal. Wij konden
niet geloven dat Oranje ooit een andere keeper zou hebben dan
Eddie PeeGee. Dat hij in mijn alleereerste Ajax-Feyenoord vijf
doelpunten om zijn oren kreeg, deed daar niets aan af. In mijn
herinnering keepte Eddie PeeGee altijd in een zwarte trui. Een
gebreide trui met een witte 'V'. Bij binnenkomst in Park Plaza liep
ik hem tegen het lijf. En het kostte mij geen enkele moeite om deze
heer in het zwart terug te zien in keepersoutfit.
Mijn blik wandelt langs de andere tafels. Rinus Mich els zit aan
tafel met Rolf Leeser en Hans Boskamp. En Piet Ouderland, die
voor het Nederlands Elftal speelde maar ook basketbal
international was.
Daar is een tafel met jongere Lucky-Ajaxleden. Johnny Rep zit er
met Piet Keizer. En alweer een keeper. Heinz Stuy.
De avond vordert, de stemming groeit.
Het is prachtig om te zien en te voelen hoe trots al deze mannen
zijn. Ze zijn op gepaste wijze trots op wat zij voor de club hebben
betekend. En ze zijn trots dat zij nog steeds en tot in lengte van
dagen deel zullen uitmaken van deze familie. Voor de zoveelste
keer kijk ik de zaal rond. Salo Muller, Klaas Nuninga, Wim
Bleyenberg, Cor van der Hart. Gerrie Kleton, Theo van
Duivenbode, Theo de Groot en Ruud Suurendonk. En al die
anderen. Hun omgang, ongediscrimeneerd door leeftijd of geloof
of gewicht, wordt bepaald door de magie van Ajax-schap.