heel extreem, maar er komen ook geen
stapels van dit soort literatuur uit. In de
Nederlandse literatuur komt veel seks
voor, maar het is allemaal vrij mild. Ik doe
het volgens een wat pornografischer
methode: er gebeuren pats-boem dingen,
zonder verdere uitleg. Ik schrijf niet
waaróm een man een dertienjarig meisje
verkracht, maar alleen dat hij het doet.
Kennelijk beangstigt zo'n manier van
schrijven. In de film Henry, Portrait of a
Serialkiller vertelt de hoofdpersoon iets
over zijn jeugd en daarmee over de
drijfveren voor zijn daden. Even later
schetst hij een totaal ander jeugdbeeld.
Zoiets is beangstigend: je denkt iemand te
begrijpen, maar je kunt hem uiteindelijk
toch niet plaatsen. Ik geloof dat ik in mijn
verhalen net zo'n gevoel van onveiligheid
oproep: de gedachte dat mensen niet zijn te
veranderen, dat er geen verband bestaat
tussen dingen die gebeuren.'
Zelfkant
Stefan Pettersson was een witte raaf in, wat
hij zelf omschreef als 'de macho-cultuur
van het Nederlandse voetbal'. Hermine
Landvreugd lijkt eenzelfde Fremdkörper.
Haar boeken worden bevolkt door
perverse en gewelddadige bewoners van de
zelfkant van het leven. Haar directe
omgeving lijkt er niet voor onder te doen.
Vrolijk verhaalt ze over haar broer die tot
voor kort bij de zeer harde kern van het
Feyenoord-legioen behoorde, over een
bevriende zwerver, over een van haar
ontelbare half-broers in Suriname die
'zwaar in de coke-business' zit en over haar
vriendschap met de Belgische
fantastjournalist jan Haerynck. Voor
Haerynck, die met een verzonnen
reportage over een kidnapping in
Eurodisney de Volkskrant vorig jaar danig
in verlegenheid bracht, wil ze even een lans
breken. 'Kom nou, hij is heus niet de enige
journalist die het niet zo nauw neemt met
de waarheid. Iedere journalist zet de
waarheid naar zijn eigen hand. Misschien
is Haerynck daarin wat doorgeslagen.'
En voor er helemaal een verkeerd beeld
ontstaat: haar broer komt, sinds hij een
drukke baan heeft, niet zo vaak meer bij
Feyenoord. 'Bloedfanatiek was hij. Hij hing
wedstrijd. Sfeer proeven, om er later over
te schrijven. 'Echt op m'n gemak voelde ik
me niet. Komt vooral omdat ik niet van
groepen houd. Het is een merkwaardig
soort hysterie die er op een bepaald
moment ontstaat.'
rond met die jongens die met een groot
jungle-knife op zak naar wedstrijden gaan.
Voor of na een wedstrijd afspreken met
een groep Duitsers en vervolgens elkaar
helemaal overhoop schoppen. De wedstrijd
is maar een aanleiding om heibel te maken.
Het is ze te doen om de kick van het slaan.
Als ze er niet in een stadion op los
rammen, dan gebeurt het ergens anders. Ik
ben er niet door geschokt, ook niet
verbaasd. Hooligans zijn over het algemeen
jong. Op zeker moment houden ze ermee
op. Daarna neemt een nieuw groepje het
over. De manier waarop Van Gaal indertijd
werd uitgescholden vind ik schokkender.
Toen werd een grens overschreden.'
Een paar jaar geleden ging ze nog wel eens
naar Ajax. Meer om te zien wat er in een
supportersvak gebeurt, dan voor de
Nog tijdenlang heeft ze daarna het voetbal
op tv gevolgd. Zondagavond, kwart voor
zeven, bord op schoot en kijken. Wat nog
over was van dat 'huiselijk sfeertje',
verdween met de komst van Sport7. 'Ze
hebben dat hele zondagse familie-ritueel
onderschat. Mensen tunen niet de hele dag
in om naar alles te kijken wat met voetbal
heeft te maken. Dat is een enorme
onderschatting van de kijker. Ze dachten:
die domkoppen kijken toch wel, die
klikken hun tv wel aan, ook al is het de
grootste rotzooi.'
Als er nu voetbal op tv is kijkt ze met een
half oog. En dan nog meestal maar één
helft. En meer naar de spelers, dan naar de
wedstrijd. 'Het gaat me om de close-ups
van die jongens. Mooi om hun
gelaatsuitdrukkingen te zien als ze iets