Atletico de Madrid
Zelfs voor Spaanse begrippen is het komen en gaan van
trainers bij Atletico in het afgelopen decennium
opmerkelijk. Marca, de grote Spaanse
sportkrant, zette de twintig trainers die
voorzitter Gil y Gil in negen jaar
versleet op de voorpagina
nog eens op een rijtje.
Op 5 maart speelt Ajax in de Arena de
heenwedstrijd in de kwartfinales van de
Champions League tegen de Spaanse kampioen
Atletico de Madrid. Dit wordt pas de tweede
ontmoeting tussen beide clubs in Europees verband.
Ajax wist in het toernooi om de Europa Cup voor
landskampioenen in het seizoen 1970-1971 te voorkomen dat
Atletico de Madrid de finale haalde. Ajax ging door (na 1-0
verlies in Madrid en 3-0 winst in Amsterdam) en won voor het
eerst de begeerde Cup. Nu, zesentwintig jaar later, krijgt Atletico
eindelijk kans op revanche. Maar ook om andere redenen is het
duel beladen.
door Pedro Luis Salazar Hewitt
van het
Spaanse voetbal
gewacht. Twaalf jaar lang moest Atletico
genoegen nemen met een derde plaats.
Atletico heeft weliswaar de naam de
'tweede club van Madrid' te zijn, maar het
supporterslegioen is zonder twijfel het
meest trouwe van Spanje. Altijd, in voor-
en tegenspoed, is het stadion Vicente
Calderón bevolkt met minstens
vijfendertigduizend fanatieke colchoneros.
Dit koosnaampje van de Atletico-
aanhangers, afgeleid van het Spaanse
colchon dat 'matras' betekent, is een
verwijzing naar de traditionele rood-wit
gestreepte stof die voor matrassen gebruikt
werd en overeenkomt met het Atletico-
shirt. Een socio van Atletico is in de eerste
plaats tegen de witte hemden van de grote
rivaal Real Madrid, en is dat voor het
leven. De 'Atleti'-supporter kijkt op
zondagavond eerst naar het resultaat van
de aartsvijand en pas daarna naar dat
A I AX MAC. A 7 I NI F MAART 1997