mm aan het eind van het seizoen af. 'Ik weet het nog niet. Ik ben wel rond aan het kijken. Ik zat bij een aannemer op kantoor toen ik gescout werd. Het lijkt me moeilijk dat weer op te pakken na zoveel jaar. Een voetballer heeft een vrij beroep, maar alles went. Ik ben geen trainerscursus aan het volgen. Weinig zin in, ik weet ook nog niet of ik in een andere vorm bij het voetbal betrokken blijf. Ik ga eerst met Ajax praten en dan kijken we wel verder. De carrière afsluiten bij Ajax zou mooi zijn, maar eerst moet er gepraat worden. Ik ga in ieder geval nog door met voetballen en ben niet bang dat ik geen club meer vind als het contract bij Ajax afloopt.' Scholtens instelling is altijd goed. Uit het Ajax-jaarboek 1995/1996: 'Zijn seizoen stond in het teken van de professionaliteit en op dat gebied toonde Arnold Scholten zich een voorbeeld.' In het tweede heeft hij altijd honderd procent gegeven. Als straks Foto: Louis van de Vuurst de ziekenboeg leegloopt en hij onverhoopt toch weer op dinsdag in het tweede moet gaan spelen, zou het niet raar zijn als dat hem, na deze tijd in de basis, moeite kost. 'Maar,' zegt Scholten, 'dat verwacht ik niet. Vorig jaar heb ik er wel moeite mee gehad toen ik van Feyenoord kwam. Ik denk dat er iets verandert voor een voetballer als je geblesseerd bent, reserve staat of in het tweede speelt. Je hoort er toch niet helemaal echt bij. Ik kon daar niet goed aan wennen, nee. Ik heb in die vijf jaar bij Feyenoord nooit in het tweede gespeeld. Je stijgt in aanzien als je speelt, zo werkt dat in het voetbal. Bij Ajax zette ik me daar overheen, want op het moment dat je je daar overheen zet krijg je weer plezier in het voetballen en is het minder moeilijk om door te stoten naar de A-selectie. De sfeer is anders in het tweede, je speelt voor weinig mensen, maar als je aan het voetballen bent heb je dat toch niet zo snel in de gaten.' Maar nu, spelen in een volle Arena... De schijnbaar onverstoorbare Scholten bekent: 'Bij Ajax en Feyenoord raak je op den duur niet snel meer onder de indruk van een vol stadion. Maar je bent natuurlijk wel sfeergevoelig als voetballer. Als er een belangrijke wedstrijd is, een Europa-Cupduel bijvoorbeeld, dan ontstaat er een bepaalde sfeer, gecreëerd door de pers, door alles om je heen. Je krijgt het gevoel dat je belangrijk bent. Daar ben ik wel gevoelig voor, dat is iedere voetballer denk ik. Je laat je daar ongemerkt door beïnvloeden. Maar je bent altijd een beetje nerveus. Op het moment van de wedstrijd wil je er zijn, wil je het laten zien, wil je presteren. En dat wil ik nog steeds. Zo hoog mogelijk.' Betrekkelijkheid Het begrip relativeren lijkt bijna voor Arnold Scholten geschapen. Hij is net voor de tweede keer vader geworden en kijkt terug op veertien seizoenen profvoetbal. 'Het is een mooi beroep, maar je hebt ook af en toe mindere periodes, zoals nu. En dat is moeilijk. Maar wat is moeilijk als je naar België kijkt en je ziet hoe hard de wereld kan zijn als je kinderen hebt? Wat is voetbal nu helemaal, denk je dan. Die uitverkoring na Willem II, een bekroning, net als na FC Groningen. Ik waardeer dat, maar voor de rest is dat bijzaak. Het is een fantastische tijd, die profcarrière, maar als je stopt houdt het gewoon helemaal op. Men treurt misschien even en dan zien ze je ook niet meer staan.' Hij neemt een laatste slok bronwater, draait zijn glas en laat de ijsblokjes elkaar achtervolgen. Rustig zet hij zijn glas neer. 'Maar je kinderen, die zien je dan gelukkig wel staan.' De Witte Socrates. Hij zou de gifbeker leegdrinken als dat zijn ploeg er bovenop zou helpen. Maar gelukkig ziet ook hij de betrekkelijkheid van het strak rondspelen van de bal. AJAX MAGAZINE JANUARI 1997

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1997 | | pagina 54