Foto: Louis van de Vuurst
hier te houden. Ik denk dat er geen spelers
weggaan als het bestuur dat echt niet wil.
Het hangt er alleen vanaf hoe ver het
bestuur wil gaan met het tevreden stellen
van spelers.'
Dus als het bestuur niet wil dat Kluivert
vertrekt, blijft Kluivert?
'Zo eenvoudig ligt het natuurlijk ook weer
niet,' lacht Kluivert geheimzinnig. 'Er zijn
ook andere dingen die bepalen hoe
tevreden je bent. Soms liggen die buiten de
macht van het bestuur. Een speler moet het
zelf beslissen.'
De film over Kluiverts jonge leven laat
spandoeken zien en spreekkoren horen die
meedogen- en schaamteloos teruggrijpen
op de gebeurtenissen in september '95.
Vermoeidheid en woede vechten om
voorrang in het geplaagde hoofd van de
hoofdrolspeler. Te vaak is een doelpunt
van zijn voet meer dan een overwinning op
de tegenstander; het is de overwinning op
alle kwelgeesten die hem blijven
achtervolgen met datgene wat zo gruwelijk
onomkeerbaar is. De roddelbladen
portretteren Kluivert onveranderd zonder
spoor van fatsoen, zonder vermoeden van
integriteit. Het is voer voor de
ongenuanceerden der tribuneschreeuwers,
die via clubcard en COTASS volledig
gediplomeerd de meest weerzinwekkende
teksten mogen bezigen. Als Kluivert het
heeft over factoren die buiten de macht
van een bestuur liggen, heeft hij het over
dergelijke zaken. Hoewel hij niets los wil
laten over een eventueel vertrek, noemde
hij op de dag voor Grasshoppers - Ajax in
een interview in Het Parool de hetze tegen
zijn persoon een goede reden het land de
rug toe te keren. Het leven wordt hem
bijna onmogelijk gemaakt. Het verlangen
naar een nieuw begin valt niet af te kopen
En daarmee legt het Ajax-bestuur het af
tegen de wil van het luidruchtige en
kwaadaardige volk. Democratie is ook
dictatuur. Van Os zal zich er nog niet bij
neerleggen, evenmin als dat deel van het
publiek dat Ajacied is en de overige
oprechte voetballiefhebbers.
'Soms liggen de dingen die
bepalen hoe tevreden je bent,
buiten de macht van het bestuur.
Een speler moet het zelf
beslissen.'
'Kluivert, Kluivert, we worden kampioen,'
jubelt het Amsterdamse legioen nog altijd.
Het is een aanhef tegen beter weten in.
Ajax wordt geen kampioen, althans niet
van dit land. Misschien nog wel van
Europa. Tegen Grasshoppers bleef Ajax
wonder boven wonder op de been. Via een
doelpunt van - wie anders? - Patrick
Kluivert.
Niet voor het eerst in de inmiddels bijna
grotesk dramatische film is de held de held
weer.
Na de wedstrijd springt Kluivert het hek in
waarachter de Ajax-fans hun
vreugdetranen evenzeer de vrije loop laten
als later Ronald de Boer, voor de camera
van de NOS. Kluivert bedankt de mensen
die door dik en dun - maar, gebiedt de
eerlijkheid te zeggen, ook voor een goed
deel uit clubliefde - achter Kluivert zijn
blijven staan. Zijn bemodderde gezicht
vertoont bijna geschminkte sporen van
werklust. Kluivert heeft gevochten als een
leeuw om zijn enige doelpunt het
winnende te laten zijn, en om zijn club in
de race te houden, en om niet het seizoen
nu al ten einde te laten zijn. Alsof hij nog
geen afscheid kan nemen van de club die
hem groot maakte. In de kranten
verschenen namelijk berichten als zou
Milan de Ajax-spits onmiddellijk willen
inlijven als Ajax niet verder zou komen in
de Champions League. Waar of niet,
Kluivert speelde met een ontroerende inzet
en overgave. De paar honderd meegereisde
supporters scandeerden zijn naam.
Kluivert: 'Ik heb ook van het Ajax-publiek
nogal wat te verduren gehad. Toen ik heel
veel last had van mijn knie, maar toch
AJAX MAGAZINE JANUARI 1997