Foto: Louis van de Vuurst
voor de visschotel die we als voorgerecht
gekozen hebben, geserveerd is, heeft Bob
ons toch weer op het hart gedrukt vooral
niet negatief te schrijven over zijn club.
Het is immers al moeilijk genoeg dit
seizoen. We vragen Tas om een portie kaas
en leverworst, ook zo'n traditie. Maar het
is hier VYGA niet. Kaas en chorizo kunnen
we wel krijgen.
We noteren: 'Nee, heimwee naar de Meer
heb ik niet. Ik mis het stadion wel, maar
dat is wat anders. Voor de zekerheid heb ik
destijds, met toestemming, stenen
meegenomen. Ik deed ze in mijn
kofferbak. Toen ik aan Louis vroeg of hij
misschien ook zo'n steen wilde, wees hij
het aanbod resoluut van de hand. Ik heb
het hem later nog een keer gevraagd, maar
hij was er niet van gediend. Ik kon me dat
niet goed voorstellen. Hij heeft er toch ook
nog zelf gevoetbald, hij is toch net als ik
ook bijna tegenover het stadion geboren,
hij heeft er als trainer toch ook al die
successen binnengehaald? Ik zorgde dat er
nog wat in mijn kofferbak bleven. Een paar
maanden later was hij toch van gedachten
veranderd. Nu staat er zo'n steen op het
bureau van Van Gaal in de coachkamer.
Hij is eigenlijk helemaal niet mooi. Van
Gaal heeft een dubbele steen, met cement
ertussen. Het heeft niets met heimwee te
maken, maar wel met traditie en eerbied
voor het verleden van de club.'
'Inmiddels is iedereen druk doende de
Arena tot het nieuwe Ajax-stadion te
maken, hoewel het dat officieel nooit kan
worden. Het begint te komen. De directie
heeft mij toegestaan de hersteltraining in
het stadion te doen. Dat is voor die spelers
toch indrukwekkend, om te trainen in het
stadion waar ze moeten terugkeren. Als ik
schreeuw, galmt het. Ta-ta-ta-ta-ta hoor je
dan echoën. Liever zou ik die hele training
nooit meer doen. Niet omdat ik er een
hekel aan heb, integendeel, ik vind het nog
altijd prachtig om zo individueel met een
speler aan de slag te gaan. Maar het zou
natuurlijk veel mooier zijn als het helemaal
niet nodig was en elke speler het hele
seizoen zo fit was als een hoentje. Als ik het
zo druk heb als dit seizoen, weet je dat je
als club in de problemen zit. Maar iedere
speler die ik meehelp terug te komen is
voor mij een persoonlijke triomf. Helemaal
als je zoals tegen Grasshoppers die gasten
ziet presteren, die aan het begin van de
week nog maar nauwelijks konden lopen.'
Back Haarms
Litmanen kon spelen, net als Blind. Op
dinsdagochtend trainden de twee as-
spelers nog met Bobby, op een lemig veldje
apart van de groep. Steeds meer konden ze
met de bal. Hetzelfde gold voor Babangida.
Hij was nog minder fit op dat moment. Op
die ochtendtraining was hij niet verder
gekomen dan een looptraining onder
leiding van dokter Piet Bon. De kleine
Nigeriaan keek hongerig naar de groep die
vol scherpte de bal liet rondgaan. 'Wil je
even zien hoe ver hij is?' vroeg Bob aan
Bon. 'Wil je éven met de bal, Baba?' Met
glinsterende ogen liep de rechtsbuiten naar
een Derby Star-bal die er tot dan doelloos
bij had gelegen. Baba zette aan voor de
ultieme test: een halve minuut kappen,
draaien, afremmen en versnellen. Baba
passeerde iedere denkbare tegenstander.
De bal kleefde aan zijn voeten als de
klompen leem die de zware ondergrond
had losgelaten. 'Vijf, vier, drie, twee, een,'
telde de trainer, die door spelers soms
liefdevol 'moordenaar' wordt genoemd, de
seconden af. 'Zó fit is hij dus,' meldde de
moordenaar aan de dokter, die verbaasd
had toegekeken, 's Avonds onderscheidde
Bob zich eerst nog als
linkervleugelverdediger. Een passeeractie
van Wooter strandde in de 42 jaar oudere
voeten van back Haarms. Tot ongeluk van
de ambitieuze winger voltrok zich dit
schouwspel juist aan de zijde waar het
AJAX MAGAZINE JANUARI 1997
211