Foto: Louis van der Vuurst wordt vaak aangestaard door kinderen, die hem ergens van herkennen. Maar waarvan...? In hun ogen gaat een profvoetballer, een toekomstig idool, toch niet met de metro naar Ajax?) 'Het leven van een voetballer vind ik niet echt zwaar. Je werk of de dingen die je doet worden pas zwaar als je ze niet leuk vind. Je lichaam moet je op tijd rust gunnen en met de druk kun je leren omgaan. Ik wil altijd trainen, altijd heb ik zin om te voetballen, zodra ik weer op het veld sta met die bal, ben ik alles om me heen vergeten.' (Melchiot zien voetballen is een genot. Niemand houdt voor mogelijk hoe het kan dat zo'n lange jongen, die nog niet uitgegroeid is, zoveel trucjes kan. Vooral de warming-up is één grote show, nooit zal Melchiot een bal normaal spelen, altijd zit er wel een vreemdsoortig effect aan). 'Altijd wil ik voetballen, ook nog steeds op straat. Van de zomer heb ik veel op straat gevoetbald. Gewoon alle trucjes doen, je moet toch een beetje bijhouden wat er allemaal gebeurt. En op straat is ook maar één ding belangrijk en dat is iemand door z'n benen spelen. Dan ben je gewoon tof, klaar. Bij ons noemen ze dat 'pana', dat kan je maar beter niet gebeuren. Dan begint iedereen te lachen en stoppen we met spelen. Als ik bijvoorbeeld Nordin zou poorten, dan heb ik het even helemaal gemaakt. Dat telt echt. En als ik een nieuw trucje heb, laat ik het meteen zien aan bijvoorbeeld Nordin, we wisselen steeds alles uit. Toen Edje nog bij ons speelde, kwam hij ook vaak langs rijden. Dan was ik midden op straat aan het voetballen, stapte hij uit, deed even een trucje, we babbelden even en dan reed hij weer weg. Dat was echt verschrikkelijk. En zo'n warming-up met de reserves is ook altijd tof. Rustig met een balletje, zoals voor de wedstrijd tegen de Rangers met Nordin en Kiki. Je ziet wat bekenden, fluit een beetje, zwaait wat en schiet wat over. Prachtig is dat. Soms wordt de trainer daar wel eens niet goed van. Maar als ik erin moet, dan sta ik er meteen. Ik ben een keer bijna weggestuurd van de training, toen wilde ik te veel trucjes uithalen. De trainer werd toen echt kwaad en zei dat ik moest stoppen, anders hoefde ik niet meer terug te komen. Kijk, Frank de Boer kan dat wel. Die staat soms één- tegen-één voor de middellijn en dan kapt- ie nog vrolijk een man uit. Daar wordt hij niet wild van. Maar dat is gewoon ervaring, dat moet ik nog leren. Ik bewaar het voorlopig voor de straat.' Dreadlocks 'Ik had vroeger altijd maar één echt idool. Dat was Maradona.' (Er klinkt heuse bewondering in zijn stem. De voetballiefhebber ontwaakt weer. Een boomlange, ietwat mager ogende jongen heeft de kleine Diego als idool. Kan het contrast groter?) 'De man kan alles. Dat is gewoon tof. De man is God. Samen met mijn moeder en mijn familie dan. De man is echt verschrikkelijk. Echte straatvoetballers herkennen dat. Verder heb ik geen zeg maar Surinaamse helden. Nu heb je eigenlijk alleen maar Ronaldo die er echt bovenuit steekt. En Edje is natuurlijk ook zo technisch. Het is wel tof dat hij nu ook dreadlocks heeft. Eerst riep hij altijd tegen Kiki, Nordin en mij dat dreads belachelijk zijn, maar nu heeft hij ze zelf ook. Net als Clarence Seedorf en in de jeugd lopen ook veel jongetjes met dreads. Ik vind het gewoon mooi, maar hecht er verder geen waarde aan. Het heeft niets te maken met mijn geloof of zo. Ik bid wel elke dag, ook voor ik moet spelen. Dan bid ik allereerst voor mezelf, dan voor mijn moeder en mijn familie en als ik moet voetballen voor het team, dat we winnen. En dan weet ik dat het allemaal goed komt. Dat geloof moet je hebben, ook in jezelf. Anders kun je nooit slagen.' AJAX MAGAZINE NOVEMBER 1996 93

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1996 | | pagina 93