.Hfjb M H H H U «j t 'in 1 imtDhim-J ijjl I want dan verlies je. Als je over iets niet wilt praten, zeg je dat. En je moet op je uitspraken letten. In de jaren dat ik voorzitter ben is het me nauwelijks overkomen dat ik mezelf in de vingers sneed met uitspraken. Neem het vertrek van Van Gaal. Als ik zou zeggen: jammer dat-ie weggaat, zou een journalist kunnen vragen: waren jullie dan met 'm doorgegaan? Daar kan ik geen antwoord op geven, want zo ver was het bestuur nog niet eens. Als ik zulke vragen zou oproepen door op persoonlijke titel te zeggen: jammer dat hij gaat, kan ik nog in een lastig parket komen. Ik weet dan dat ik zoiets niet moet zeggen. Heel vaak heb ik ergens niet over willen praten, maar ik kan rustig stellen dat ik, als Ajax-functionaris, nooit gelogen heb. Nooit. Inderdaad, onder andere daarom hebben we een stabiel voorzitterschap, en bestuur. In andere besturen zie ik voortdurend nieuwe gezichten, en dat is voor de continuïteit funest. Elk van de vijf is in zijn portefeuille uiterst sterk, al maken ook wij fouten. Heel belangrijk is dat we dezelfde ideeën hebben over hoe je in normaal intermenselijk verkeer met elkaar omgaat. Wij hebben geen dingetjes achter eikaars rug. De bestuursleden hebben voor elkaar geen geheimen. Ook tegenover de ledenraad zijn wij open. Geen flintertje wantrouwen bestaat er. Dat alles bevordert de stabiliteit.' Koppensneller 'Van feiten op de hoogte zijn is voor mij heel belangrijk. Daarom heb ik 's morgens de Volkskrant en De Telegraaf, 's avonds het NRC en Het Parool. Welke ik de beste krant vind op niet-sportief gebied? Het Algemeen Dagblad, inderdaad, juist één waar ik niet op geabonneerd ben. Er staat gewoon meer in, op het gebied van algemeen nieuws. Misschien wat minder opinie. De andere kranten hebben hun eigen sterke punten. Niet dat ik alles lees: ik ben een koppensneller. De interviews, ja, ook die kosten tijd. Dat gaat in een cyclus van een half jaar. Dan blijven ze een tijdlang weg, en opeens komen ze weer allemaal tegelijk. Zo'n periode is er ook nu. Over Ajax word ik niet veel meer ondervraagd, men weet inmiddels dat van mij geen gepeperde uitspraken te verwachten zijn en men weet hoe ik over alles denk. Een interview zoals dit, waarin iets over mijzelf gevraagd wordt heb ik zelden. Nooit eigenlijk. Om de waarheid te zeggen, een boek lezen doe ik nimmer. Ik lees wel wat interessant is voor mijn werk, over financiële of fiscale ontwikkelingen, en over voetbal het een en ander. Maar cd's beluisteren doe ik heel veel. Muziek staat, waar ik ben, altijd aan. Ik kan niet zonder. Thuis luister ik er dan ook echt naar, anderen lezen erbij of lopen heen en weer. Kunst? Later, heb ik mezelf voorgehouden, ga ik me daaraan wijden. Ik heb aanleg om ervan te houden, maar kenner ben ik niet. Ik houd niet van abstract, voor mij dient het bijna fotografisch 'echt' te zijn. Thuis heb ik twee schilderijen hangen van Toon van den Muysenberg. Die man is bekend in kringen van kunstkenners. Zijn stillevens en straattafereeltjes, daar kan ik van genieten. Maar kom mij niet met abstract, AJAX MAGAZINE NOVEMBER 1996

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1996 | | pagina 61