sabelen, maar daarvoor heb ik te veel fatsoen. Ik ben dus kwaad, en dan tob ik wél, want met woede bereik je niks. Ooit, inderdaad, heb ik me in mijn verontwaardiging laten gaan. Dat was toen Leo Beenhakker in september 1991 aankondigde dat hij naar Real Madrid vertrok. Ik werk altijd op vertrouwens basis. Punt. Als dat vertrouwen beschaamd wordt zet de diepe teleurstelling zich bij mij om in verontwaardiging. Overigens, ik ben bijna nooit boos. Een Chinese zakenpartner van mij zegt: "Michael, jouw grote makke in je leven is, dat je altijd een excuus zoekt en vindt voor het gedrag van een ander." En dat klopt. In de tijd van de besluitvorming rond Sport7 was ik ook gewoon boos. Op collegabestuurders, op het sectiebestuur dat zo'n belangrijke beslissing er even door jaste. Maar dat houd ik dan in me, want je bereikt er niets mee. Een voorzitter is het gezicht van een club. Ook supporters zouden zich nadelig laten beïnvloeden als ik geregeld zou lopen vloeken en tieren. En dan, eigenlijk ben ik gewoon introvert, net als mijn vader.' Bleu 'Verlegen ben ik van oorsprong ook. Voor mijn groentijd, bij het Delfts studenten corps, was ik een bleu mannetje. Absoluut. Dat mannetje zat altijd veilig achter z'n drumstel in z'n orkestje, maar in Delft werd hij kaalgeschoren en in die groentijd moest hij voor het eerst voor zichzelf opkomen. Dat heeft geholpen... Maar ik moet eerklijk bekennen, ik ben nog steeds een stil figuur. Als er iets is sta ik achteraan. Roepen ze me naar voren, nou, dan ben ik er wel. Daarentegen, als ik op een toneel sta - ik ben een groot cabaret liefhebber, doe het graag zelf - dan ben ik een ander mens. Dan ben ik niet meer de wat verlegen, soms onzekere Michael van Praag. Dan staat daar het typetje dat ik wil uitbeelden. Of dan sta ik er... zoals ik misschien wel werkelijk ben. Ieder mens heeft in het diepst van zijn ziel onzekerheden. Maar als ik als voorzitter ergens kom kan ik me niet onzeker opstellen. In sommige gevallen moet ik me daartoe wel eens zetten. Anderen noemen dat bescheidenheid, weer een enkele andere noemt het valse bescheidenheid. De kracht van het woord heb ik leren kennen toen ik op 24-jarige leeftijd in een cabaretgroep ging en dat zeven jaar bleef doen. Verbaal heb ik me daar ontwikkeld door het schrijven van teksten, maar als het om Nederlands gaat, dan heeft mijn vrouw bijvoorbeeld een veel beter vocabulaire dan ik. Die drukt zich mooier en beter uit. Mijn taalgebruik is redelijk simpel. Ik kan niet anders.' Nooit liegen 'De zelfverzekerde indruk die ik kennelijk maak is dus het resultaat van een ontwikkeling. Een maand of twee geleden zat ik bij Barend en Van Dorp. Of ik dat niet moeilijk vind, vragen sommigen. Maar nee, helemaal niet. Anderen zullen dat wel als arrogant zien, maar ik zeg: het bestuur van Ajax liegt niet. In principe heb ik niets te verbergen. Óf ik praat er niet over, óf ik zeg hoe het is. Zo doe ik het al zeveneneenhalf jaar, en zo zal ik het blijven doen. Een leugenaar moet een goed geheugen hebben. Wat ik bij Barend en Van Dorp zei, zo Is het ook echt. Dan ben je sterk. En natuurlijk gaan er allerlei trucendozen open, van 'we hebben in het medisch dossier van Kanu gekeken' en zo, maar ik ben niet achterlijk. Ik weet dat Kanu die twee nooit toestemming heeft gegeven in een dossier te kijken. Daar tuin ik niet in. Mezelf verdedigen met argumenten kan ik wel. Dat zij als nerveuze kippen in een ren proberen mij van m'n stuk te brengen en voortdurend interrumperen, dat hóór ik niet eens. Ik merkte het pas achteraf toen ik het op video terugzag. Je moet nooit een verhaal om iets heen bouwen om het te verbergen, AJAX MAGAZINE NOVEMBER 1996

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1996 | | pagina 59