Het Juliska-stadion Historische grond door Marcel van Hoof Eind 1966 ontstond er voor de eerste keer zoiets als een massale, nationale Ajax-hysterie. De Amsterdammers hadden in december van dat jaar in twee spetterende Europa-Cupduels de Engelse kampioen Liverpool uitgeschakeld. Voor de kwartfinalewedstrijden in maart 1967 tegen Dukla Praag waren de belangstelling en het optimisme ongekend. Maar liefst acht grammofoonplaten van Ajax werden uitgebracht door artiesten als Tante Leen, Johnny Jordaan, Johnny Hoes en Willy Alberti. En ondanks een teleurstellende 1-1 op 1 maart 1967 in Amsterdam reisden een week later zo'n vijfduizend Ajax-fans hun ploeg achterna naar Praag voor de beslissende wedstrijd. Het werd een historisch gebeuren, niet alleen door de dramatische afloop van het duel, maar ook door de reis, het verblijf en het gammele, bijzondere stadion van Dukla Praag, Stadion Juliska. Antoine Theunissen en zijn vrouw waren er bijna dertig jaar geleden bij. Praag had de toen 39-jarige Theunissen altijd al getrokken. De fascinatie voor de hoofdstad van Tsjechoslowakije stamde uit de Tweede Wereldoorlog. In het Rembrandt-theater in Amsterdam draaide toen de film Die Goldene Stadt, een film die zich afspeelde in Praag en 'die iedereen wilde zien'. Theunissen: 'Ik was toen zestien jaar, maar de film was voor boven de achttien. Ik wilde toch die film zien, maar de portier van de bioscoop waarschuwde me dat als er een razzia van de Duitsers zou komen, men iedere man in de zaal zou meenemen voor de Arbeitseinsatz in Duitsland. Als je naar die film keek, was je immers boven de achttien. Ik heb die film dus nooit gezien. Pas een paar jaar geleden zag ik hem in het Filmmuseum. Hij stelde niet veel voor. Hij ging over een meisje dat van het platteland naar de stad Praag trok, daar in handen van vreemde kerels viel en zwanger raakte. Nu bij wijze van spreken niets bijzonders, maar in die tijd was alles zó preuts... Die

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1996 | | pagina 148