tweede carrière
Op de Toekomst, het fonkelnieuwe jeugd- en amateurcomplex van Ajax, werd een kleedkamer
naar hem genoemd. Het geeft aan dat John van't Schip, bijna 33, voor iedereen de ware Ajacied is
gebleven. De voormalige aanvoerder heeft in zijn carrière slechts bij twee clubs gespeeld, want
naast Ajax stond hij enkel bij FC Genoa onder contract. 'Schip' is afgelopen zomer naar Nederland
teruggekeerd, na vier jaar calcio, waar hij in Genua sportief bepaald niet bij een topper zat, maar
er wel la belle vita leerde kennen en appreciëren.
Een slepende rugblessure heeft zijn
loopbaan voortijdig afgebroken. Nadat hij
eerder reeds een hernia-operatie
onderging, sukkelde hij het voorbije jaar
weer met dat letsel.
Sinds enkele maanden volgt hij de
trainerscursus in Zeist en loopt hij stage bij
de Amsterdamse hoofdklasser AFC, FC
Utrecht en om de tien dagen bij Ajax.
Supersport huurt hem af en toe in als
voetbalcommentator. Het lijkt het
aangewezen moment voor een flashback
met een van de populairste spelers die Ajax
ooit gekend heeft.
De familie Van 't Schip woonde
aanvankelijk in Canada. Johnny kwam op
z'n achtste met het gezin mee naar
Nederland, waar Amstelveen de nieuwe
thuishaven werd. 'Ik speelde bij NFC,'
vertelt hij, 'tot ik door een vriendje werd
meegevraagd naar Ajax. Blijkbaar viel ik
tijdens die training op, want Ajax wilde me
aanwerven. Omdat ik nog van NFC was,
kon ik niet meteen lid worden.
Maandenlang mocht ik enkel de trainingen
bijwonen. Het volgende seizoen trok ik
definitief naar de Meer, waar ik steeds in
het hoogste jeugd elftal speelde.'
Johnny kwam meteen in de Cl, daarop
volgde de BI, waarin hij met Sonny Silooy
en Gerald Vanenburg de rechterflank
vormde. In de Al kwam Marco Van Basten
erbij, waarna hij in het tweede elftal met
Frank Rijkaard aantrad. Daarnaast maakte
hij ook steevast deel uit van de nationale
jeugdselecties.
'Vanaf mijn vertiende trok ik 's woensdag
naar Zeist. Ik had toen al goed in mijn
hoofd geprent dat ik profvoetballer wilde
worden. Ik maakte mijn HAVO niet af.
Studiebegeleiding was destijds bij Ajax nog
niet zo opgezet als nu. Ik weet dat je
tegenwoordig desnoods niet wordt
opgesteld, mochten de schoolresultaten
tegenvallen. Die controle bestond toen
niet. Ik vind dat de club terecht streng
toeziet, als je nagaat hoe weinig jongeren
de top halen. Als je faalt, moet je na het
voetballen nog wat anders kunnen. De
maatschappij zit echt niet op je te wachten
omdat je bij de Ajax-jeugd gevoetbald
hebt. Ik dacht bij Ajax alleen aan
voetballen en dat is er gelukkig
uitgekomen.'
Rechtsbuiten
Van 't Schip maakte school als een
ouderwetse rechtsbuiten. Aanvankelijk
werd hij als middenvelder uitgeprobeerd.
'Tot ik, in een wedstrijd tegen DWS, Frank
Rijkaard als tegenstander kreeg. Ik kwam
er niet aan te pas, waardoor ze mij in de
tweede helft als rechtsbuiten uitspeelden.
Dat viel meteen mee, zodat ik jarenlang op
die positie bleef. Als flankspeler haalde ik
vaak de achterlijn, zonder daar specifiek op
te trainen. De een kan koppen en
afwerken, de ander trapt zoals Koeman:
het gaat een beetje om het gevoel. Je kunt
een talent sturen, maar je ontdekt toch
vaak eigenschappen bij een speler, die puur
aangeboren zijn. Bewegingen daarentegen
kun je aanleren. De schaar die ik jarenlang
toepaste, was het resultaat van veel
oefenen. Automatismen worden aangereikt
door de trainer, zeker bij het huidige Ajax.'
In de periode, dat Johnny naar het eerste
elftal doorstootte, lagen de interne
verhoudingen anders dan nu.
'Tegenwoordig is de Ajax-kern erg jong,
met de jeugd duidelijk in de meerderheid.
Ik kwam destijds in een zeer ervaren groep
terecht met namen als Lerby, Schrijvers,
Wim Jansen, Cruijff. Je werd toen als
nieuweling behoorlijk hard aangepakt,
zowel fysiek als verbaal. Ik was in de
AJAX MAGAZINE NOVEMBER 1996
137