Ü8ÉÜ
een
;v:> iw
Zaterdagafdeling
door Jeroen Kleijne
Rosco Viereck (21) heeft er net een jaar Cambuur op zitten. Bij
de Friese club ging het niet helemaal zoals hij het zich had
voorgesteld. In Amsterdam wil de snelle spits graag laten zien
waar hij goed in is en dat is doelpunten maken.
'Ik hoef niet goed te spelen om te scoren.
Aan een kleine kans heb ik genoeg,' zegt de
aanvaller zelfverzekerd. 'Ik speel het liefst
op 10 - achter de spits want dan ben je
moeilijk uit de wedstrijd te halen en heb je
meer vrijheid. Ik scoor ook gemakkelijker
op 10. Mijn zwakke punten zijn mijn
linkerbeen en dat ik, ondanks mijn lengte,
een hekel heb aan koppen. Ik weet niet
waarom dat is, misschien vind ik de bal wel
te vies.'
Als tweedejaars C-junior kwam Rosco
Viereck van het bescheiden Voorland naar
Ajax. Na vijf seizoenen jeugdopleiding
kreeg hij een plekje in de zaterdag 1. 'In dat
jaar speelde ik in belangrijke wedstrijden
vaak goed. Aan het eind van het seizoen
kreeg ik plotseling een telefoontje van
trainer Han Berger of ik niet bij Cambuur
wilde voetballen. Ik begon daar in de eerste
selectie, maar ik kwam er niet echt tussen
en speelde mijn wedstrijden in het tweede.
Bij Cambuur waren ze niet echt gericht op
de jeugd. De oudere spelers - 26, 27 jaar,
met vrouw en kinderen - kregen de
voorkeur. Bovendien ging het heel goed:
Cambuur haalde een periodetitel, dus er
was weinig reden om het team te
veranderen.'
Aan het eind van het seizoen bood de
Friese club Rosco Viereck een contract aan
waarvan men wist dat hij het toch niet zou
tekenen. 'Zelf wilde ik vanwege het
overlijden van mijn vader toch al terug
naar mijn moeder in Amsterdam. Van zijn
dood heb ik echt een verschrikkelijke klap
gehad. Waarschijnlijk dat het daarom ook
is misgegaan bij Cambuur.'
Dollen
Bij Ajax probeert hij de draad weer op te
pakken. Van de eerste vijf
competitiewedstrijden heeft hij er
drieënhalf gespeeld. 'Ik speel nog niet goed
genoeg. In de voorbereiding heb ik veel
gescoord, maar in de eerste vijf wedstrijden
pas twee doelpunten. Ik zal er zelf hard aan
moeten werken. In sommige situaties moet
ik gewoon scherper zijn en ook mijn inzet
op de training kan beter.'
Rosco Viereck heeft de hoop op een
bestaan als profvoetballer nog niet
opgegeven. 'Wellicht krijg ik als het goed
gaat weer een kans bij een andere club. Ik
zit echt niet op een topclub te wachten,
maar ik hoop wel op betaald voetbal. Het
leven van een profvoetballer is perfect,
zeker als je jong bent. Als je kijkt naar de
arbeid die je levert, krijg je gigantisch
uitbetaald, zeker met de premies erbij. En
aandacht is er altijd voor voetballers,
vooral aandacht van vrouwen is natuurlijk
prettig. Ik moet wel zeggen dat ik het
samen spelen met een groep vrienden en
het dollen in de kleedkamer eigenlijk
leuker vind dan het voetballen zelf.
Misschien dat ik daarom wel onvoldoende
gemotiveerd ben om echt de top te halen.'
AJAX MAGAZINE NOVEMBER 1996 1 01