ien, Amerikaan in rise dienst Ajax 2 door Erik van Leeuwen De voetbalwereld als global village. AAet Nigerianen in Italië, Duitsers in Schotland en Portugezen in Nederland. De nieuwste 'attractie' van Ajax bevindt zich voorlopig in de luwte van de Amsterdam Arena. Zijn naam: John O'Brien, 18 jaar en de eerste Amerikaan met een contract bij de huidige wereldkampioen. Donadoni, die volgde ik wel intensief. Helaas speelt hij nu dus in de Major League Soccer, zodat ik hem weer niet al te best kan volgen. Maar meer voorbeelden had ik niet echt, ik voetbalde gewoon veel en trainde voor mijzelf. Maar ik heb er vroeger nooit bewust aan gedacht dat ik misschien in Europa prof kon worden.' Edwin Moses Zijn ouders vonden het allemaal prima. Zolang zoonlief maar aan het sporten was, was alles goed. De O'Briens hadden immers een naam hoog te houden. Opa had zich tenslotte nog bijna gekwalificeerd voor de Olympische spelen van '36. Hij had nog gelopen tegen Edwin Moses. Met de sportieve aspiraties zat het dus wel goed, de rest kwam vanzelf wel. O'Brien: 'Toen ik veertien was, speelde ik bij de California Flyers in een jeugdteam. We trokken best veel toeschouwers. Ik had het geluk dat mijn coach contact had met de KNVB. Ajax kende ik al van de tv. De jeugdopleiding is natuurlijk wereldberoemd. Ik heb toen gevraagd aan mijn coach of het te regelen was dat ik een paar weken bij Ajax mocht komen trainen, gewoon om eens te zien hoe het was om in Europa te spelen.' Aldus geschiedde. Gewapend met een flinke portie optimisme, een paar voetbalschoenen en een bal vertrok de AJAX MAGAZ Amerikaanse delegatie in de zomer van '92 naar Amsterdam. O'Brien verbaasde zich als zoveel Amerikanen over 's lands hoofdstad. Ook deze 'toerist' was ervan overtuigd dat Amsterdam wel gelijk moest staan aan Sodom en Gomorra, een poel des verderfs waar de mensen veel blowden en soms tegen een bal trapten. En niet zonder succes. 'Ik was inderdaad gewaarschuwd,' zegt O'Brien. 'Van Amsterdam wist ik de bekende dingen als drugs, prostitutie en natuurlijk de grachten, maar het viel allemaal best mee. Ik heb twee weken alleen maar gevoetbald en ben met de jeugd mee geweest naar een toernooi in Frankrijk.' Pulp fiction Nog te jong voor een contract, vloog O'Brien weer terug naar huis. Na nog twee jaar in Amerika gespeeld te hebben, kwam op een fraaie zomerdag in 1994 Co Adriaanse op de thee in west- L.A. O'Brien mocht het een jaar komen proberen in Amsterdam. Op 16-jarige leeftijd maakte de Ajacied de sprong van L.A. naar Amsterdam. In eerste instantie niet echt met het idee om al te lang in Nederland te blijven. 'Een jaar bij Ajax leek me prima. Ik zat in het laatste jaar van high school, daarna een jaartje voetballen in Europa leek me een geweldige ervaring. Maar intussen zit ik hier nog steeds.' De beginperiode was zwaarder dan van tevoren was gedacht. De Nederlanders vond O'Brien best aardig, maar dat taaltje... De linkspoot dacht geregeld dat hij midden in een scene uit de film 'Pulp Fiction' was beland. Vooral de satésaus en de onvermijdelijke mayonaise op het toch al zo vreemde formaat frites wekten bevreemding. Ambitie won het echter van heimwee. Vastberaden om te slagen, ging O'Brien aan de slag. Voetbal werd zijn werk en hij moest het maar accepteren als hij een keer linksback werd gezet, de plek die 'back home' echt minderwaardig was. Verdedigen is immers slechts voor de harde werkers en niets voor een frivole linkspoot. Ook het sombere Nederlandse weer werkte niet echt mee om het bestaan voor O'Brien wat draaglijker te maken. De leuke uitstapjes bestonden uit de wedstrijden met het nationale elftal onder 17 jaar,

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1996 | | pagina 95