Foto: Louis van de Vuurst Thuis, dat blijft Nigeria. Land van duizend dromen. Waar Tijjani Babangida (23) een held is. Helemaal nu hij het shirt van wereldkampioen Ajax draagt. Het is ook de plek waar hij weer kind kan zijn. Waar de razendsnelle rechtsbuiten door moeders vertroeteld wordt, lekker op straat kan voetballen, zijn eigen taal kan spreken. 'Ik word steeds meer een Hollandse jongen. Maar thuiskomen in je eigen omgeving blijft het prettigste wat er is. Alleen daar kan je echt jezelf zijn.' In Nigeria - waar Baba ('Zo noemt iedereen me') altijd vakantie houdt - loopt hij ook zijn vader tegen het lijf. Die is na jaren tegenstribbelen eindelijk trots op zijn oudste zoon. Vergeten zijn de gevechten, de botsingen met zijn eigenwijze nakomeling. Die altijd maar één ding wilde: voetballen. Daar moest alles voor wijken. Ook de grootse plannen die papa Babangida voor Tijjani in gedachten had. Baba moest en zou studeren, hogerop komen, de gebruikelijke ontsnappings route uit de armoede volgen. 'Maar al op de lagere school spijbelde ik veel om maar op straat te kunnen voetballen,' vertelt Babangida, mijmerend, glimlachend. 'Mijn ouders? Die kwamen daar pas achter als ik 's avonds huilend in bed lag omdat iemand, die ik hard voorbij was gerend, me weer eens een schop had gegeven. Toen ik klein was, werden voetballers in Nigeria gezien als loosers. Je voetbalde als je geen werk had, niets anders kon. Zo zag mijn vader dat ook.' Op gezag kon de kleine Baba het niet van zijn vader winnen, dus probeerde hij slimmer te zijn. De dagen op school AJAX MAGAZINE OKTOBER 1996

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1996 | | pagina 32