7 praten. We moeten goed voor ogen houden wat de oorzaken zijn van de problemen, want alleen dan kunnen we het vertrouwen behouden of herwinnen. Maar je kunt het honderd keer uitleggen en je kunt het honderd keer begrijpen, de slechte resultaten zijn een aanslag op je goede humeur.' Rollen omgekeerd De inmiddels opgelopen achterstand op PSV heeft onaangename vormen aangenomen. In de media wordt voor de kansen van Ajax geen cent meer gegeven. De ploeg van Dick Advocaat is de gedoodverfde kampioen. En inderdaad moet je wel zo'n beetje een dwangmatig optimist zijn, wil je er voor honderd procent van uitgaan dat Ajax de titel prolongeert. Volgens de trainer van de Amsterdamse wereldcuphouder moet men de hoop echter voorlopig nog maar even niet opgeven. Van Gaal: 'Vorig seizoen kon je na de winterstop ook overal lezen dat PSV kampioen ging worden. Wij zaten toen ook in een moeilijke fase, net als nu. Maar vorig seizoen hebben we het toch gered. Je wordt geen kampioen door drie leuke wedstrijden te spelen. Dat neemt niet weg dat PSV een zeer gedegen indruk heeft gemaakt in het begin van deze competitie. De rollen zijn nu omgekeerd: bij PSV loopt het, bij Ajax niet. Het was jaren andersom. Advocaat beschikt over een zeer brede selectie, die bovendien goed is uitgebalanceerd. Maar dat is niets nieuws. Vorig jaar was PSV al minstens gelijkwaardig aan ons. En ze hebben goed ingekocht. Wij hebben nu gelukkig Fntn's: I nu is van dn Vuurst AJAX MAGAZINE OKTOBER 1996 Gabrich erbij. Daarmee is mijn selectie weer op peil. Alle posities zijn nu weer dubbel bezet. Gabrich is een scorende spits. Het is geen Kluivert, die ook heel gemakkelijk kan meevoetballen. Maar de Kluiverts zijn jammer genoeg dun gezaaid. Ik had behoefte aan een spits die ze erin schiet. Het ziet er misschien iets minder elegant uit dan men van Ajax is gewend, maar dat beweerde men destijds ook over Ray Clarke. Hij kon niet voetballen, zei men, maar hij werd wel gewoon topscorer.' Meer ruimte De tegenstanders van Ajax ruiken bloed. De jarenlange vernederingen motiveren om de eertijdse kwelgeest terug te pakken. 'Dat is niets nieuws,' zegt Van Gaal. 'Iedereen wil altijd van Ajax winnen. Ik weet zeker dat, als er een onderzoek zou worden gedaan onder de spelers in de PTT-Telecompetitie, tachtig procent van de ondervraagden Ajax zou noemen als de club waarvan men het liefste zou winnen. Zo is het altijd geweest en zo zal het ook wel altijd blijven. Natuurlijk versterkt onze jarenlange overmacht dat gevoel, maar in wezen verandert dat niet echt veel aan het idee waarmee onze tegenstanders het veld opstappen. Alleen, de mogelijkheid om de wens bewaarheid te laten worden is, kennelijk, dit jaar groter. En dat betekent wat voor de manier van spelen. Uiteindelijk, als we weer in vorm zijn, moeten we van dat grotere zelfvertrouwen van onze tegenstanders gebruik maken. Het moet ons meer ruimte opleveren.' En toch valt dat laatste nog wel mee, of tegen zo men wil. De laatste jaren kwamen de meeste clubs met louter defensieve

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1996 | | pagina 26