'Laten ze zich gewoon
gedragen. Staan ze in zo'n
idioot apepak standaard-
antwoorden te geven
die hun zijn ingefluisterd
door hun trainer of
manager.'
podium sta, wordt dat kennelijk heel
belangrijk gevonden.'
De ontvangst van de eerste albums
'Osdorp Stijl' en 'Roffer dan ooit' was
afwachtend, koel. Rappen in het
Nederlands: zoiets was wel heel vreemd.
Dat de raps ('rijms') nauwelijks getuigden
van 'poëtische subtiliteit' of
voorzichtigheid, versterkte de reserve
alleen maar. Met bruisende optredens
vorige zomer op Pinkpop en Lowlands
vestigde de groep haar live-reputatie. Met
het verschijnen kort daarna van het
(vierde) album 'Afslag Osdorp' was
Osdorp Posse 'serieus' en heette
hoofdrapper Def P. plotseling 'de goeroe
van jong Nederland'. Van 'Afslag Osdorp'
werden in korte tijd twintigduizend
exemplaren verkocht. Een aantal dat
volgens de Posse eigenlijk met drie of vier
moet worden vermenigvuldigd. 'Onze fans
hebben geen geld. De meesten moeten het
doen met een kopietje op tape.'
je dacht dat ik als tekstschrijver niet was te
vetrouwen,
totdat bleek dat ik elke tekst kon
onderbouwen,
je noemt me racistisch, je noemt facistisch,
je noemt me seksistisch, nou effe realistisch:
niemand is beter dan mij, heter dan mij,
sneller dan mij, feller dan mij, roffer dan
mij, toffer dan mij
('Harder dan te hard', 1994)
Meer albums, meer luisteraars. Ook meer
voorzichtigheid, meer
verantwoordelijkheid? 'Ach, schei toch uit,'
zegt Def P. Nou ja, goed, hij is zich er van
bewust dat steeds meer mensen naar zijn
teksten luisteren. 'Vroeger was ik heel
direct. Ik schreef behoorlijk botte en lompe
teksten, maar ik heb nooit spijt van een
tekst gehad. Ik vind het niet eng dat ik
invloed of macht heb. Op Lowlands heb ik
het publiek aangezet de tent af te breken.
Dat werd nogal letterlijk genomen. Mijn
invloed is alleen positief. Ik zou niet weten
wat voor negatiefs er kan gebeuren naar
aanleiding van mijn teksten. Hooguit dat
een kerk in de brand wordt gestoken. Van
mij mogen ze, daar is niets negatiefs aan.'
Milder is hij dan ook niet geworden.
Hoogstens wat ouder en daardoor wat
uitvoeriger. Schelden, schoppen en
kankeren: het werkt niet altijd. Nooit
eigenlijk. 'Ik heb me ontwikkeld van
iemand die overal op kankert tot iemand
die nog steeds kankert, maar wel weet
waarom hij dat doet en ook aangeeft hoe
het beter moet en kan. Als je alleen maar
kankert, heb je op een bepaald moment
alles wel gehad. Dan kun je wel inpakken
met je boeltje. Ik signaleer niet alleen meer,
maar zeg ook hoe het ook kan of moet. Nu
ik wat ouder ben, denk ik niet meer puur
en alleen uit mezelf. Als je jong bent, vind
je het kut dat de bus geld kost en dat je
over je zaterdagbaantje belasting moet
betalen. Het duurt even voor je door hebt
dat de maatschappij een systeem is dat je
samen draaiende moet houden. Ja kijk, en
wie zich nu nog laat afschrikken door onze
teksten, begrijpt er geen reet van. Ons
imago is wat wij zijn: we doen ons niet
anders voor, we zijn onszelf. Altijd.'
Wat ik zeg is wat ik meen en wat ik meen is
echt(4x)
('Geen spijt', 1994)
Robots
Voetballers, zegt Def P., kunnen wat dat
betreft nog heel wat leren. Ze moeten
zichzelf zijn, niet telkens willen voldoen
aan de verwachtingen van de clubs of de
buitenwereld. 'Omdat ze in de spotlights
staan zouden ze opeens niet meer mogen
zeggen wat ze willen. Gelul. Als ik die
gasten op tv zie zijn het net robots met van
die vooraf geprepareerde antwoorden.
Alles moet passen binnen de normen en
waarden van de club. Laat ze de beuk erin
gooien. Het gaat erom wat ze op het veld
doen, niet in hun privéleven. Ze moeten
het doelsaldo van de club hooghouden,
niet het image van de club. Hoe heet die
jongen ook weer, Edgar Davids ja, die had
schijt aan alles. Maar als hij roept dat een
bondscoach z'n kop niet in de reet van
sommige spelers moet stoppen, moet hij er
achter komen dat zoiets consequenties
heeft. Voetballers nemen hun carrière te
serieus. Nou ja, wij hebben natuurlijk ook
niets te verliezen, hebben ook geen coach
die op ons let. Wij kunnen altijd en overal
gewoon onszelf zijn.'
Wij zijn allemaal een doodgewone boerenlul
dus kom niet naar ons toe met die flauwekul
U
Ik doe wat optredens voor de gein en voor de
rekening
en opeens willen mensen nu mijn
handtekening
('Een doodgewone boerenlul', 1993)
'Het kost me geen moeite die gewone
boerenlul te blijven. Ik voel me niet
beroemd, wil het niet zijn ook. Sterren
worden gemaakt. Als ik voor een optreden
met een zonnebril op m'n hoofd door zes
bodyguards uit een limousine wordt
gehaald, zal iedereen me willen aanraken.
Maar als ik gewoon op m'n fietsje aankom
en "hoi" zeg, doen ze ook normaal tegen
mij. Jezus, als ik die voetballers zie op een
galaparty of zoiets. Moeten ze allemaal in
van die nette pakken lopen. Fuck off! Dat je
op het veld in zo'n Ajax-uniform moet
spelen is nog te begrijpen. Maar erbuiten?
Laten ze zich gewoon gedragen. Staan ze in
zo'n idioot apepak standaard-antwoorden
te geven die hun zijn ingefluisterd door
hun trainer of manager.'
Nee, nee, geen misverstand: Pascal vindt
voetballen best leuk. Om te doen
tenminste. Jaren geschitterd op de
linksbackplaats. Eerst bij Meerboys, later
bij P T Expres. Maar naar voetbal kijken
is weer even wat anders. 'Wat kan mij het
schelen wat een ander doet? Het is als met
neuken. Leuk om te doen, maar niet om te
kijken hoe een ander het doet. Sommige
dingen moet je gewoon doen, daar moet je
niet over lullen en niet naar kijken.'
ik probeer wat te creëren,
maar je noemt me een klerelijer
maar ik ben een creatief,
dus zeg maar een creatyfuslijer
('Het oldschool-gevoel', 1994)
AJAX MAGAZINE OKTOBER 1996
157