De overtreding van Danny Blind die hem al na twintig minuten een rode kaart opleverde in de finale tegen KV Mechelen
Uit veiligheidsoverwegingen was er een
looppad tussen hekken en tribunes; vanaf
hier konden ook gehandicapten de
wedstrijd zien. Onder de tribunes op de
eerste verdieping was een ruime overloop,
zodat men om Ijet hele stadion kon lopen.
De kunstlichtlampen zaten aan de
bovenranden van de tribunes vast. Het
zicht op het veld was onbeperkt en
ondanks de betonnen, praktische tribunes,
was de sfeer zeer intiem. De bouw had in
fases plaatsgevonden, zodat Racing Club er
steeds kon blijven spelen. De capaciteit van
het stadion bedroeg 48.969 toeschouwers.
Het Stade de la Meinau werd in die tijd als
een van de modernste van Europa
beschouwd.
Op 17 april 1984 werd het stadion geopend
met de interland Frankrijk-West-Duitsland
(1-0). Twee maanden later tijdens het voor
Frankrijk zo succesvolle EK speelden West-
Duitsland en Portugal (0-0) en
Denemarken en België (3-2) er tegen
elkaar. Geen enkele speler hoefde zijn
schoenenen uit te doen, want het veld was
perfect.
Vreemde eend
Met het binnenhalen van de finale van het
Europese toernooi voor bekerwinnaars in
1988 werd Straatsburg wederom
overspoeld door buitenlandse
voetbalsupporters. Zowel de Ajax- als de
Mechelen-aanhang maakte vanwege de te
overziene afstand de reis veelal per trein of
auto. De voetbalfans voelden zich in het
mondaine Straatsburg enigszins als een
vreemde eend in de bijt. In Straatsburg
zetelen het Europese Parlement en andere
internationale organisaties, géén
internatonaal vermaarde voetbalclub. Ten
tijde van de Europacup-II-fïnale
bivakkeerde Racing Club de Strasbourg
zelfs in de tweede Franse divisie.
Op straat keken de deftig geklede mensen
enigszins onwenning naar de
voetbalsupporters. Vooral de Ajax-
aanhang trok de aandacht, want de Belgen
lieten zich slechts bij hoge uitzondering
zien op de overbevolkte terrassen of in de
parken. Kwam men al een groepje
Mechelen-supporters tegen, dan waren ze
rustig en gedroegen ze zich beschaafd. Ze
zongen in ieder geval géén liederen in de
trant van 'Aad de Mos is sero-positiefdie
dag een grote hit bij de Ajax-fans.
Merkwaardiger nog dan dit soort liederen
was het uitblijven van een tegenreactie van
de andere kant. Dat seizoen hadden zowel
Ajax 1 als Ajax 2 in het vaderlandse
bekertoernooi gespeeld. Het leek wel alsof
beide elftallen zich ook samen hadden
geplaatst voor deze Europese finale, zo
eenzijdig was het supportersbeeld op
straat. Dit, gevoegd bij de veelal brede,
chique straten van Straatsburg, maakte
AJAX MAGAZINE OKTOBER 1996
131