Foto: Louis van de Vuurst doortraptheid, naast een sterke kop- en traptechniek. 'Ik was vooral sterk bij de eerste paal, daar heb ik er veel gemaakt. Ik ging van mijn tegenstander weg en dan wist ik van medespelers vaak precies waar ze me gingen aanspelen. Bij Ajax waren dat bijvoorbeeld Ling, Tahamata of Hans Erkens. En ik was louter en alleen op de goal gefocust. Scoren heb ik overal gedaan waar ik speelde, vanaf m'n zevende, achtste jaar. Een typische ouderwetse middenvoor was ik. Zwakke punten? Zou ik niet weten, misschien had ik met links wat beter kunnen trappen, anderzijds, met links heb ik er ook heel wat gemaakt, dus tja, zwakke punten... Doelpunten maken was mijn vak, anders niet. Bij Telstar in 1965 was het nog een hobby en van lieverlee is het keiharde business geworden. Eigenlijk jammer, want het werd anders dan je het als jongetje voor ogen had. Je belandde in een harde wereld, met glitter en glamour, en ach, zóveel eromheen... Daar hield ik niet van, die dingen interesseerden me geen zak. Ik was alleen met voetballen bezig, en mijn gezin (Geels heeft twee dochters, EJR). Na het trainen of spelen was het voor mij schluss, wegzwezen. Helaas heb ik mijn aandacht in die actieve jaren veel te weinig naar andere dingen uit laten gaan. Als ik het over mocht doen zou ik ervoor zorgen dat dat anders verliep. Op het absurde af was ik met een komende wedstrijd bezig. Ik ging nergens naartoe. Had ik meer ontspanning gezocht, dan was ik waarschijnlijk nog veel beter gaan voetballen. Nee, ik heb er lang niet uitgehaald wat erin zat.' Stuk vee 'Een gevoelig type was ik zeker. Sfeergevoelig vooral. Achter mekaars ruggen ouwehoeren, daar kon ik bijvoorbeeld niet goed tegen. Daar maakte ik me dan druk over. Dat heb ik nu nog, ik zeg liever recht in iemands gezicht wat ik over iets denk. Ik heb nu een bedrijf, en al»- AJAX MAGAZINE OKTOBER 1996 121

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1996 | | pagina 121