Oude liefde: Ruud Geels
'Het
gaat
om
respect'
door Egbert Jan Riethof
Ruud Geels juicht na wéér een doelpunt. Op 11 april 1977 scoorde Geels er drie in de
thuiswedstrijd tegen Telstar (4-0). Met 34 doelpunten achter zijn naam werd de Ajax-spits
dat seizoen topscorer van de eredivisie.
Foto: ANP
Geels was een tikkeltje anders dan de
doorsnee prof. Een gevoelsmens, hoewel
ook een linkmiegel. Tegenwoordig is hij
huisschilder. Niet uit geldnood, allerminst:
hij vindt het werk 'gewoon prachtig'.
Net als ooit in het voetbal heeft hij onlangs
als veertiger van een hobby zijn beroep
gemaakt. Geels: 'Veel mensen vinden dat
niks, schilderen, maar als je ziet wat je van
een oud huis kunt maken, prachtig. Je
krijgt te maken met architecten, met
allerlei interessante en leuke mensen. Soms
zien ze mij in die witte overall en dan
zeggen ze: "Ruud Geels? Dat kan toch
niet?" Ik zeg, waarom niet? Doe 's gewóón.
En als die mensen, bij voorbeeld
stukadoors of timmerlieden op de bouw,
eraan gewend zijn, vinden ze het prachtig.
En zo is het toch? Wat is er nou mooier
dan je oude vak oppakken? Anderen gaan
door in de voetballerij, maar ik heb mijn
portie daarvan wel gehad.'
'Zwakke punten? Tja...'
Soms krijg je de indruk dat de carrière van
Geels uit Ajax en nog eens Ajax bestond.
Logisch, want juist over dat onderwerp
worden hem nu eenmaal doorlopend
vragen gesteld. In werkelijkheid diende hij
vele bazen: begonnen bij amateur
vierdeklasser Onze Gazellen (Haarlem),
speelde hij vervolgens bij Telstar,
Feyenoord, Go Ahead Eagles, Club Brugge,
Ajax, Anderlecht, Sparta ('een fantastische
club, ik wilde er eigenlijk niet meer weg'),
PSV en NAC. 'Bij Feyenoord heb ik ook
vier mooie jaren gehad, net als bij Ajax. Ik
zat in Rotterdam als jonge speler, van '66
tot '70, net toen daar de grote successen
werden behaald. Ik heb nog heel vaak
meegedaan, en belangrijke goals gescoord.'
Ruud Geels was niet eens zozeer sterk in
het duel. Hij was evenmin een beuker of
stormram. Het was eerder zijn timing die
het 'm deed, en een grenzeloze
AJAX MAGAZINE OKTOBER 1996
119