1 Hifi* i»l »f)AM Smakelijk kan Ruud Geels vertellen over vroeger, en moe wordt hij er nimmer van. In het veld vroeg hij tegenstanders hoe het met hun vrouw ging en wees hij op de kwaliteiten van die of die, om er intussen zelf twee of drie in het doel te leggen. Gele kaarten kreeg hij nooit: een unieke speler, ook in die zin. Geels, 48 jaar, altijd een buitenbeentje, heeft op zijn eigen wijze afstand genomen van het profwereldje, althans de mensen om de spelers heen. 'Ze kunnen me wat, die luileballen.' 118 AJAX MAGAZINE OKTOBER 1996 Ooit nam Wim Kieft, als jeugdspeler, een voorbeeld aan hem. Ruud Geels was in niets anders geïnteresseerd dan in opbollende netten. Die bolling kon je bewerkstelligen door er een bal tegenaan te werken. Dat was dan ook zijn voornaamste streven, bij Ajax in de jaren 1974 tot '78 zo goed als elders. In 132 competitie wedstrijden scoorde hij 123 maal; ter vergelijking: Van Basten deed dat in 133 duels 128 maal (bron: Evert Vermeer, 95 Jaren Ajax). 'Soms zeiden ze dat ik goed gespeeld had, ballen mooi afgelegd. Maar dan had ik niet gescoord, dus voor mij was 't niks. Ik dacht alleen in doelpunten.'

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1996 | | pagina 118