Richard Witschge in het seizoen 1989-1990 niet meer om me heen. Na een paar wedstrijden gebeurde hetzelfde en was voor mij de maat vol. Ik overwoog serieus om mijn contract in te leveren, desnoods een tijd bij de amateurs gaan spelen. Zo ver was het gekomen. Dat ik er bij Barcelona naast stond, daar kon ik me bij neerleggen. Ik had het er moeilijk mee, maar de anderen waren gewoon beter, dan hoor je mij niet. Bij Bordeaux lag het anders. Ik was goed en werd toch niet opgesteld. Dan ben ik ook consequent en zeg ik er wat van." Conflicten met de trainer en het bestuur waren het gevolg. Een talent dat bij Ajax gezien was als van het kaliber Kieft of Van Basten, leek gedoemd weg te kwijnen in een stad waar rugby belangrijker gevonden wordt dan voetbal. De oplossing, die geen oplossing was, werd gevonden in een tijdelijke stationering bij Blackburn Rovers. Alles beter dan Bordeaux, dacht Witschge, en maakte met zijn gezin de oversteek. De club werd kampioen van de Premier League, maar huurling Witschge hervond er het voetbalgeluk niet. Hij speelde welgeteld één wedstrijd in Engelse dienst. Volwassen voetballer Vorig seizoen kwam de ommezwaai. Door de tegenslagen was Witschge mentaal sterker geworden en ook fysiek was hij uitgegroeid tot een volwassen voetballer. Het gevolg van krachttraining. "Ik wist dat het niet aan mij lag en dat wilde ik laten zien. De trainer, Gernot Rohr, gaf me de kans het te laten zien en ik héb het laten zien. Ik voetbalde vorig seizoen met zelfvertrouwen. Ik ben nu negen kilo zwaarder dan toen ik bij Ajax wegging, ik laat me niet meer van de bal afzetten. En bij balverlies stokt het niet, dan ga ik er achteraan. Ik ben completer geworden." De gedoodverfde mooiweervoetballer bleek ook een vechter te kunnen zijn. Witschge: "Dat is dat eeuwige imago, hè? Als je dat eenmaal opgeplakt hebt gekregen, kom je er niet meer vanaf. Ronald en Frank de Boer hebben het ook. Die worden ook maar hardnekkig laconiek genoemd. Onzin, die beeldvorming dat het ons maar is komen aanwaaien." Leo Beenhakker is er indertijd mee begonnen. Gemakzucht en gebrek aan vechtlust waren voor Don Leo redenen om de onder zijn hoede staande jonge garde de kwalificatie 'patatgeneratie' aan te wrijven. Hij zocht het conflict met een van de exponenten daarvan, Richard Witschge, die hij terugzette naar het tweede elftal. Daar kreeg de verstotene te maken met Bobby Haarms. Witschge pikte het een en ander op, vocht zich terug naar het eerste en stond op het eind van het seizoen '89- '90 op het bordes van de Stadsschouwburg, waar hij en zijn generatiegenoten het kampioensschild trots en langdurig in de lucht hielden boven het volgestroomde Leidseplein. Witschge had het patatje oorlog gewonnen. Nu zegt hij daarover: "Ik weet nog steeds niet wat er fout met AJAX MAGAZINE JUNI 1996

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1996 | | pagina 89