De fotografie van Wanda Tuerlinckx Ze vindt het moeilijk en eigenlijk ook overbodig om over haar fotografie te praten. Laten de mensen zelf maar oordelen. Ze wil geen aandacht trekken. Als fotografe blijft ze liever op de achtergrond. Om toe te kijken. De serie portretten van Ajacieden die Wanda Tuerlinckx de afgelopen twee jaar maakte voor het Ajax Magazine verdient echter alle aandacht. Een terugblik op een bijzonder project, dat nog een staartje krijgt. door Michel Sleutelberg en Sjoerd de Vries Foto Freeze Twee jaar geleden meldde de Belgische fotografe zich bij Ajax. Wanda Tuerlinckx wist niets van voetbal, maar ze had een plan. Ze woonde toen al een paar jaar in Amsterdam. De technische opleiding fotografie die de Antwerpse in Brussel volgde was haar niet bevallen. Te zeer gericht op reclamefotografie, te industrieel. In 1992 studeerde ze in Amsterdam af aan de Rietveld-academie, op onder andere een serie portretten van overleden mensen. "Dat was geestelijk erg zwaar. Het was bizar, die gezichten vergeet ik nooit meer. Het was ook een grote stimulans, want het werd me duidelijk dat ik meer midden in het leven wilde staan, met zo min mogelijk persoonlijke problemen en zoveel mogelijk entertainment. Ik ben toen een project in Almere begonnen bestaande uit een reeks geensceneerde foto's waarbij verschillende filmgenres en de architectuur van de Filmwijk een rol speelden. Omdat het een eigen project was, kreeg ik weinig 'feedback'. Ik verzon het immers allemaal zelf. Ik wilde iets doelgerichters gaan doen, waarbij ik meer rekening moest gaan houden met de context en de opdrachtgever. De weg werd haar gewezen door Andy Warhol ("de grootste kunstenaar van de moderne tijd"), die in zijn boek From AtoB and Back Again voorspelde dat de sport zich zou gaan ontwikkelen tot de meest populaire vorm van entertainment. "De sportidolen staan in deze tijd inderdaad gelijk aan filmsterren en pophelden. Er wordt op televisie volgens mij meer naar sport gekeken dan naar films of muziek. Sport is de oerbron van menselijk vermaak." Surrealistisch In Amsterdam merkte de fotografe dat Ajax iets speciaals moest zijn. Ze fotografeerde indertijd abstracte gezichten. Met het plan om het elftal van Ajax als een rij 'Faces' te fotograferen maakte ze een afspraak met David Endt, die beloofde het met de spelers te zullen bespreken. "Ik zou het in twee dagen doen. Het voordeel bij dat project was dat het puur een camera neerzetten was en gewoon achter elkaar schieten." Het liep anders: "Uiteindelijk ben ik nu twee seizoenen bezig en kost ieder portret weken om te bedenken en te maken." De spelers hadden met het plan ingestemd, maar David Endt suggereerde dat het ook wel wat surrealistisch mocht zijn. "Ik vond het prettig dat iemand u zo kon stimuleren om heel anders te gaan denken. Het 'Faces'-project was uiteindelijk zonder al te veel fantasie. Ik mocht afwijken van het gewone standaardportret. Ik wilde elke voetballer afzonderlijk gaan bekijken en buiten zijn professionele context plaatsen. Puur en alleen omdat men altijd al gewend is om bekende mensen in hun bekende context te zien. Ik vond het interessant om te zoeken naar hoe een voetballer als mens geïnterpreteerd kon worden. Ik wilde het idool als mens in een andere omgeving plaatsen. Ik besloot om met iedere speler een gesprekje vooraf te hebben om hem te leren kennen. Daarnaast heb ik ook gelet op de manier waarop de spelers sociaal gezien functioneren en gekeken naar hun positie en speelstijl op het veld. Met die gegevens heb ik mijn eigen beeld van de spelers gecomponeerd. Ik heb bij iedere speler een of meer specifieke eigenschappen en karaktertrekken gekozen en die op een symbolische manier voorgesteld. Het leuke aan deze serie portretten is dat het een veelkleurig palet is geworden van verschillende karakters en persoonlijkheden. Samen vormen de portretten als het ware een inhoudelijk en AJAX MAGAZINE JUNI 1996

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1996 | | pagina 68