aan de vliegende
rrit Keizer
voetbalwedstrijd bezocht, waardoor hij
zich liet inspireren tot twee fenomenale
series schilderijen ('Pare des Princes' en
'Footballeurs'). Voetbal mag kunst zijn,
kunst over voetbal is er nauwelijks.
Het is daarom des te opmerkelijker dat in
de Amsterdam Arena, waar in de
programmering sport en cultuur toch al
hand in hand zullen gaan, een van de
meest opvallende interieurstukken zal
bestaan uit een gigantisch schilderij dat
onmiskenbaar over voetbal gaat.
The Flying Dutchman
De maker ervan, de Amsterdamse
beeldend kunstenaar Peter Keizer (35), is
nogal erfelijk belast. Hij heeft hetzelfde vak
als zijn vader, en zijn grootvader was
doelman van Ajax. Gerrit Keizer was ook
keeper bij een aantal Engelse clubs,
handelaar in groente, avonturier en
practical joker. Vooral van hem kreeg Peter
Keizer de liefde voor Ajax mee. Het idee
om iets voor de Amsterdam Arena te
maken komt voort uit de behoefte de
herinnering aan Gerrit Keizer, die behalve
als keeper later ook als bestuurslid zijn
sporen in de Meer ruimschoots verdiend
heeft, levend te houden. Keizer: "Met mijn
opa ging ik mee naar Ajax, en dat maakt
indruk op een jongetje, zoiets blijft hangen.
Later, toen mijn grootvader al lang was
overleden, dacht ik er op de tribune nog
vaak aan terug, en naarmate het afscheid
van de Meer naderde schoot steeds vaker
door me heen: als de Meer verdwijnt,
verdwijnt ook een deel van de historie van
die man in dat voetbal. In mijn brief stelde
ik voor om middels een kunstwerk iets
daarvan over te hevelen naar het nieuwe
stadion."
De voetbalgeschiedenis van Gerrit Keizer is
indrukwekkend en markant. Na in het
seizoen '28-'29 vier wedstrijden in het
eerste van Ajax gekeept te hebben, vertrok
de avontuurlijk aangelegde goalie naar
Engeland om zich daar voor zaken te
vestigen. Hij speelde bij het laag
geklasseerde Margate, waar de
legendarische manager van Arsenal
Herbert Chapman hem ontdekte. In het
seizoen dat volgde presteerde Keizer het
huzarenstukje om zowel bij Arsenal als bij
Ajax het doel te verdedigen. Zijn bijnaam
The Flying Dutchman dankte hij zowel aan
zijn stijl van keepen als aan de wekelijkse
vlucht naar het continent voor een tweede
potje voetbal in het weekeinde. Arsenal
bood de Nederlander een profcontract aan,
dat echter nooit getekend is omdat
buitenlanders geen werkvergunning
kregen.
Het betekende de redding van Ajax toen
dat in 1933 zonder doelverdediger zat. De
juist naar zijn vaderland teruggekeerde
Gerrit Keizer werd opnieuw opgesteld en
vormde de sluitpost van het team dat het
vijfde landskampioenschap in de
clubhistorie behaalde. Dat was een Ajax
met namen die tot op de dag van vandaag
Voetballers geschilderd door Pyke Koch (boven)
en Nicolas de Staël
een bijzondere klank hebben: Wim
Anderiesen, Henk Blomvliet, Jan van
Diepenbeek, Gerrit Fischer, Bob ten Have,
Henk Mulders, Piet van Reenen, Jan
Schubert, Wim Volkers. Tot hen behoorde
ook de onlangs overleden 'Rooie Piet' van
Deyck, die in 1934, na een door hem zeer
matig gespeelde wedstrijd tegen Islington
Corinthians, tot zijn grote verrassing een
aanbieding van Arsenal kreeg. Het bleek
een grap van Keizer, die nog wat
postpapier had uit zijn Arsenal-tijd. Het
AJAX MAGAZINE JUNI 1996