Hommag
keeper, C
door Michel Sleutelberg
foto's Louis van de Vuurst
'Ik ben helaas geen goede voetballer, maar wel een trouwe supporter en beeldend kunstenaar'
schreef Peter Keizer twee jaar geleden in een kort briefje aan Ajax. Maar Keizer is behalve
supporter en kunstenaar ook nog iets anders. Hij is de kleinzoon van de legendarische Ajax-
doelman Gerrit Keizer en schilderde een 'Hommage aan de vliegende keeper'. Met het enorme
doek, dat begin augustus in de Amsterdam Arena onthuld wordt, zal de herinnering aan opa én
aan de Meer voortleven in de nieuwe Ajax-omgeving. En komen kunst en voetbal een stapje nader
tot elkaar.
Voetbal en kunst
Ajax en de kunst van het voetballen heet een
bundel columns die Nico Scheepmaker
tussen 1964 en 1990, het jaar van zijn
dood, schreef over Ajax. Op het omslag
van het in 1993 verschenen boek prijkt een
schilderij van Pyke Koch, dat een door een
donker bos omrand voetbalveld uitbeeldt.
Het is winter en de rood-zwart gestreepten
lijken een tegendoelpunt te incasseren, al is
er geen bal of doel te zien. De nummer drie
van rood-zwart, geknield, tast mis, zijn
handen hoog in de lucht. De geel-zwarten
met hun rode broeken juichen, hun
handen even hoog ten hemel gestrekt,
waartegen zich, achter het bos, de ijzeren
constructies van lichtmasten aftekenen. Of
zijn het hijskranen, misschien boortorens?
Aan de rand van het berijpte voetbalveld
slaat een engel het tafereel gade. Dit is geen
normaal wedstrijdbeeld. Het is een
schilderij.
Enkele jaren eerder (Scheepmaker leefde
nog) verscheen Rembrandt heeft nooit
gevoetbald. Ook van dat lezenswaardige
voetbalboek wordt het omslag gesierd door
een schilderij van Koch, 'Voetballers in de
sneeuw'. Scheepmaker was een van de
eersten en is lang een van de weinigen
gebleven die niet schroomden de sport te
rekenen tot de hoogste vormen van cultuur.
Sterker, al in 1957 dichtte hij, in In het
Stedelijk Museum, dat een schilderij van
Klee, een concert van Handel of een beeld in
het Vondelpark nog zo mooi mochten zijn,
maar 'Alleen als Abe Lenstra zwijgend speelt
met tegenstanders en een oerbesef, - laat ik
een traan op 't asfalt van de kunst. Want ik
vind het mooi, ik kan er niets aan doen.'
Scheepmaker ging steeds uit van het
vooringenomen, maar door velen gedeelde
standpunt dat voetbal de mooiste sport is
die er bestaat en Ajax was zijn grote liefde,
omdat dat het spel speelde zoals het moest
en voetballen tot kunst verhief.
De gedachte dat er geen reden is om te
veronderstellen dat voetbal minder met
kunst te maken zou hebben dan
bijvoorbeeld een kan water en een paar
citroenen op een keukentafel of een naakte
dame in een hangmat, wordt inmiddels in
iets bredere kring gehuldigd, maar dat is
vooral onder columnisten en
kleinkunstenaars, nog niet onder beeldend
kunstenaars. Pyke Koch blijft een
uitzondering, evenals de van oorsprong
Russische schilder Nicolas de Staël, die één
keer in zijn korte leven, in 1952, een
AJAX MAGAZINE JUNI 1996