Slikken episode is. Dat die het gevolg was van een minder Ajax en niet het gevolg van een te sterk Juve. Volgend jaar geen krachtverslindende vlucht naar Tokio. En geen problemen met het zoeken naar speeldata voor de Supercup. Opeens is dat jammer. Het seizoen is voorbij. Het wordt stiller rond de Meer. Och hemel ja, de Meer. De Meer... Hoe opportunistisch waren die gedachten aan een verloren wedstrijd. Een wedstrijd waarvan er meer kunnen komen. Hoe opportunistisch in vergelijking met deze laatste stappen door het stadionnetje dat, nu het pleit is beslecht, met dubbele kracht aan erosie onderhevig lijkt. Ik wil de deurkruk opendraaien en houd hem in de hand. Een traptrede begeeft het. Dag stadion, dag grasmat der kampioenen, dag sfeerMeer, dag scheldMeer. Nog heel even, dan nooitMeer. Slikken. Column En was het niet slikken toen Edgar Davids in bitter verdriet zijn rastakrullen vastgreep, het hoofd achterover sloeg en wist dat hij de penalty niet in een kwade droom maar in de harde realiteit had gemist? En na hem overkwam Sonny Silooy hetzelfde. We slikten maar konden niet voorkomen dat er een brok in de keel ontstond en dat de ogen vochtig werden. Ik kreeg heel wat te slikken toen ik na de wedstrijd in de kleedkamer naast die van Ajax moest zijn. Dat was de kleedkamer van Juventus. Dat was de kleedkamer van champagne en zoenen, van gejuich en gezang. Daar klonk op z'n Italiaans het 'We Are The Champions'. De Ravanelli's, de Vialli's, de Vierchowods en de Torricelli's krijsten, dansten en sprongen en hun voorzitter, Roberto Bettega, krijste, danste en sprong mee alsof hij nog een speler was. Slikkend schudde ik Italiaanse handen, prevelde iets over 'verdiend'. Je moet trachten sportief te blijven, is het niet? Slik je frustratie in en schud nog een hand... De nacht voor de morning after duurde maar een paar slaapuren en daar was-ie dan, de morning after. Sportmannen in net pak, klaar voor vertrek naar het vliegveld. De koffers worden in het vooronder van de bus gestouwd, we gaan terug naar Amsterdam. De stemming in het vliegtuig is acceptabel. Het is niet de luidruchtigehid van een kampioensvlucht, maar ook niet de ijzige stilte die hoort bij een teraardebestelling. Maar wanneer de kist Mokum nadert, daalt een zachte stilte van besef neer over de inzittenden. Men weet wat er wacht. Geen duizenden supporters rond de landingsbaan. Geen rood-witte drommen langs de Amsterdamse wegen, geen Amsterdam dat jubelend dobbert rond twee rondvaartboten... Even slikken. En dat skikken gaat door in de volgende dagen. Het wordt zelfs sterker. Want de zekerheid komt boven dat de nederlaag een "Ajax, Ajax, who the fuck is Ajax scandeerden de zwart-witte supporters in het Stadio Olimpico op 22 mei nadat hun club Ajax de Europa Cup afhandig had gemaakt. Dat was even slikken. Maar wie de bal kaatst, kan hem terug verwachten, ook op verbaal gebied. Zelfs de meest fanatieke Ajacied kon niet ontkennen dat Juventus op die Romeinse avond de betere ploeg was geweest. Niemand kon ontkennen dat de Oude Dame verdiend had gewonnen van de echte voetbaljeugd. En niemand ontkende dat dan ook. Maar het was wel heel erg slikken toen aanvoerder Vialli dat grote zilveren ding boven zijn hoofd tilde en een brul ten beste gaf die, ook al was hij door de orkaan van geluid in het stadion onhoorbaar, de Ajacieden door de ziel sneed als een warm slagersmes. door David Endt AiAX MAC. A7INF IIIKII1Q4£ 45

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1996 | | pagina 45