Het wijde gezichtsveld, de open geest, dat
zit 'm bij de familie Litmanen in de genen.
Moeder maakte jaren deel uit van een
traditioneel volksdansgezelschap, dat over
de gehele aardkloot optredens verzorgde.
En ook zijn voetballende vader, Olavi, trok
geregeld de landsgrenzen over, met Reipas
Lahti en met het Finse nationale elftal.
Energieke mensen, de Litmanens,
benieuwd naar het leven zoals zich dat om
hen heen afspeelt. En daardoor nogal
uithuizig. "Het was zelfs zo," vertelt Jari
met een lach, "dat m'n vader niet bij mijn
geboorte kon zijn. Zat-ie in trainingskamp.
Een paar maanden later heeft hij het
goedgemaakt met me. Toen nam hij uit
Denemarken, waar hij een wedstrijd had
gespeeld, een voetbal voor me mee. Ja, ik
was een paar maanden oud toen ik m'n
eerste voetbal kreeg."
Op de kop af een kwart eeuw later zit Jari
Litmanen in het spelershome van Ajax blij
te wezen. Die bal uit Denemarken is nooit
meer van zijn voeten af geweest en nu, in
de lente van 1996, weet hij zich al jaren
vedette van Ajax en het volgende
hoogtepunt in een lange rij dient zich
alweer aan. De prolongatie van de
landstitel is gelukt, die van de Europa Cup
voor landskampioenen lonkt. En juist in de
allesbeslissende fase van het seizoen, na
vele maanden vol lichamelijk leed, vonden
lijf en geest elkaar in een innige
verstrengeling. Bevrijd van allerhande
blessures deed Jari Litmanen de laatste
weken van het seizoen weer waar hij zo
goed in is: scoren, strooien en sleuren, over
het hele veld. Hij brak de ban in Athene en
deed dat vier dagen later in Groningen, als
herboren. Vier goals in twee cruciale
wedstrijden, terwijl hij in de voorafgaande
week voor het eerste sinds lange, lange tijd
eindelijk weer een hele wedstrijd speelde.
Met de reservers, tegen NAC 2. "Sinds eind
maart, begin april heb ik het gevoel dat
alles weer goed zit bij me," zegt Litmanen
nu, nadat twee jaar lang de botten
kraakten, de spieren kreunden en het
lichaam zuchtte. Knie, enkel, rug, in welk
lichaamsdeel heeft hij de pijn eigenlijk niet
gevoeld? "Ik heb het gevoel dat ik nu alles
heb gehad, die laatste twee jaar. Eindelijk
ben ik weer helemaal fit en fris, heerlijk is
dat. Ik heb zo ontzettend lang lopen
kwakkelen. Dat werkt mentaal door."
Neemt een bedachtzame slok chocomel.
En vertelt verder: "Het kost ontzettend veel
kracht om, als je zo veel geblesseerd bent,
steeds weer terug te komen. Fysieke en
mentale kracht, die twee hebben heel veel
met elkaar te maken. Mijn manier van
spelen kost veel kracht. En mentaal ben je
je ook constant aan het opladen, na iedere
wedstrijd volgt weer heel snel een
volgende. En bij Ajax is iedere wedstrijd
belangrijk. Je hebt spelers die het
woensdag-zondag-ritme heerlijk vinden,
maar ik vind dat niet altijd het geval. En als
je dan ook nog geblesseerd bent, is het
allemaal twee keer zo zwaar. Daarom was
het ook belangrijk dat ik tien dagen naar
Finland ben geweest, in februari. Geestelijk
was het beter om me even ergens anders te
laten behandelen. Veel mensen dachten dat
ik op vakantie ging naar Finland. Een
vriend van mij is daar fysiotherapeut, hij
heeft me één keer per dag op dezelfde
manier behandeld als bij Ajax zou zijn
gebeurd. En het deed me goed om
tussendoor vrienden en familie op te
zoeken. Dat verblijf sloot ik af met drie
dagen Lapland, dat was dan die
zogenaamde vakantie. Ach, het
belangrijkste is dat m'n herstel daar
gewoon voortging en ik opgefrist weer
terugkwam."
Paradijs voor sportfreaks
De verkwikkende werking van een weekje
Finland staat in zijn donkere ogen
geschreven, als Litmanen vervolgens
geestdriftig gaat verhalen over zijn
geboorteland. Over Lahti, een paradijs
voor sportfreaks zoals hij. "Lahti staat
bekend als een sportstad in Finland. Je
hebt er een enorm complex, daar wordt
gevoetbald, gebasketbald, gevolleybald,
geijshockeyd, je kunt er langlaufen, skiën,
schansspringen, alles eigenlijk. En iedereen
volgt ook al die sporten. Mijn vader ook,
dat is net zo'n sportgek als ik. Maar voetbal
was natuurlijk de hoofdmoot.
AJAX MAGAZINE MEI 1996