Ajax-jeugd verkent de
Jeugd
door Raymond Bouwman
foto's Louis van de Vuurst
Nog even en de Ajax-jeugd verhuist van Voorland naar de Toekomst. Ondanks
enige nostalgie bij sommigen, is men over het algemeen opgetogen over de
aanstaande verhuizing. In de toekomst wordt alles beter, weet men. Vooral het
speelveld van Voorland is ongeschikt geworden. Het zou kunnen dienen als
locatie voor een beachvolleybaltoernooi, maar niet als ondergrond voor soepel
lopende aanvallen met briljante balverplaatsingen en elegante balletbewegingen.
De competities naderen hun einde, en de standaardelftallen trokken met Pasen
de wijde wereld in om toernooien te spelen.
"Over de E2 niets dan goeds," meldt leider
Edwin Kortlevers. Als eerste team van Ajax
is de E2 kampioen geworden. Volgens het
principe van de opleiding zou Ajax 1 het
voorbeeld moeten zijn voor de jeugd. Maar
het kan dus ook andersom.
Bij de kampioenswedstrijd moest uit
worden aangetreden tegen Zeeburgia. Het
was geen beste wedstrijd, en volgens
Kortlevers had dat alles te maken met de
druk van het naderend succes.
"Voor de wedstrijd vroegen we de jongens
of ze zenuwachtig waren," vertelt
Kortlevers. "Nee, zeiden ze. Maar in de
wedstrijd zagen wij alle symptomen van
het tegendeel."
Zeker in de jongere jeugd is een
kampioenschap van ondergeschikt belang,
het gaat immers om de ontwikkeling van
de spelers zelf. Maar dergelijke informatie
is te groot voor de kleine oortjes. De
voetbalnervositeit uitte zich in
wegketsende ballen, mislukte steekpassjes,
doelloos vrijlopen en meer van dat al.
Maar naarmate de wedstrijd vorderde
begonnen de oude patronen toch weer
door te schijnen, werd er beter gevoetbald
en was de oude E2 steeds meer zichtbaar.
Bij het eindsignaal was de stand nog altijd
0-0. De armen gingen omhoog als bij een
heroïsche overwinning. Omdat geen der
bestuursleden in de gelegenheid was, nam
de directeur zelf de honneurs waar. Co
Adriaanse stond klaar met bloemen. De
ouders met fototoestellen en handycams.
Er konden niet genoeg foto's worden
gemaakt.
"Na het kampioenschap zijn we opnieuw
in een competitie ingedeeld," zegt
Kortlevers. "Maar eigenlijk weten we niet
zo goed of we het nog wel redden om die
competitie, of beter: halve competitie, nog
af te werken. Op zich maakt het niet zoveel
uit. Twee keer kampioen worden in één
jaar is misschien ook wel te veel van het
goede voor jonge Ajacieden."
De El daarentegen komt niet aan een
kampioenschap toe. Dat was overigens al
lang bekend. De competitie was voor het
elftal van leider Henk van Teunenbroek en
trainer Patrick Ladru in aanvang een lange
lijdensweg, althans wat de resultaten
betrof. Winst kende men slechts van de
enthousiaste verhalen van de andere Ajax-
elftallen. De nestor der Amsterdamse
leiders werd schamper bejegend als hij zich
in de traditionele Voorlandse
opgewektheid begaf. Maar, wist hij,
uiteindelijk zal alles goed komen. Het is
immers geen nieuw fenomeen dat een
elftal het na de winterstop opeens veel
beter gaat doen. Dan zijn de jongens
gewend aan de fysiek overweldigende
tegenstand die ze in de competitie voor
hun kiezen krijgen.
"Je kon het goed zien in de wedstrijd tegen
DWS," zegt Van Teunenbroek. "In de
eerste helft van de competitie verloren we
op eigen veld nog kansloos met 3-0 van die
jongens. Nu werd het op Sportpark
Spieringhorn gewoon 2-0 voor ons."
DWS'ers spelen al zo lang tegen Ajax-
elftallen dat ze niet meer vreemd opkijken
van het verschil in kwaliteit voor en na de
winterstop, maar toch was men opnieuw
114
AJAX MAGAZINE MEI 1996