stonden (en staan) hem twee doelstellingen
voor ogen: een basisplaats veroveren en
prijzen winnen.
Dat eerste lijkt, zeker zolang Mare
Overmars en Martijn Reuser nog aan het
revalideren zijn, een sinecure. Maar meer
dan één prijs is er dit seizoen voor
Hoekstra niet te winnen. Voor de Amstel
Cup werd Ajax in januari uitgeschakeld
door eerste-divisieclub Cambuur. En op
het moment van het interview staat de club
weliswaar aan de vooravond van de tweede
halve-finalewedstrijd om de Europa Cup I
tegen het Griekse Panathinaikos, maar
daarvoor is Peter Hoekstra zoals bekend
niet speelgerechtigd. „Ik hoop dat Ajax dit
jaar weer de Europa Cup wint. Maar voor
mij persoonlijk is het landskampioenschap
natuurlijk het mooist denkbare. Daarin
kan ik zelf een aandeel hebben."
Verder dan die titel wil Peter Hoekstra niet
kijken, ook al wordt zijn naam regelmatig
in verband gebracht met het Nederlands
elftal, dat zich gekwalificeerd heeft voor het
Europees Kampioenschap. Met Bryan Roy,
die zijn besluit om niet meer als linkerspits
te willen spelen heeft teruggedraaid, en
Glenn Helder heeft Hoekstra de beste
papieren om straks als nummer elf mee te
gaan naar Engeland. „Maar daar ga ik nu
helemaal niets over zeggen," klinkt het
resoluut. „Als de uitnodiging komt, dan is
dat mooi. Op dit moment telt het voor mij
niet." Peter Hoekstra wacht nog altijd op
zijn eerste interland: „Het is jammer dat de
oefenwedstrijd in februari tegen de Belgen
niet doorging. Ik kreeg in de voorbereiding
op die wedstrijd het gevoel dat ik zou
spelen. Nee, ik heb verder nergens over
gesproken met Guus Hiddink." Toch is
ook voor Peter Hoekstra duidelijk dat de
kern van het Nederlands team in Engeland
uit Ajacieden zal bestaan. Het spelconcept
van Oranje zal daarom grote gelijkenissen
vertonen met dat van de Amsterdammers.
Aan datzelfde concept heeft Peter Hoekstra
zich de afgelopen maanden aangepast. „En
dat was en is nog steeds hard werken
geblazen. Er werd wel eens gezegd, dat die
Peter Hoekstra naadloos in het elftal van
Ajax paste, maar dat is niet waar. Voor
buitenstaanders lijkt dat misschien zo.
Voor mezelf weet ik, dat het behoorlijk
aanpoten was.
Het niveau bij Ajax ligt hoog, het tempo
ook. De trainingen hier zijn zwaarder dan
bij PSV. Dat zei ik al in mijn eerste week,
en dat zeg ik nu nog steeds. Bij PSV was
een partij een partij. Zeven tegen zeven,
man tegen man. Bij Ajax is het zeven tegen
zes, dus beide partijen moeten attent zijn
op de vrije man. We trainen ontzettend
veel op het positiespel rond de
zestienmeterlijn, omdat veel ploegen zich
ingraven tegen Ajax. Die partijen zijn
messcherp."
AJAX MAGAZINE MEI 1996