Ie
droom
A-selectie had gehaald. Helemaal zelf
klaargestoomd voor het grote werk, vers
uit eigen keuken. En opgediend onder het
motto: 'Wat Ajax kan, kan PSV ook.'
Zo was het dus niet. Ergens onderweg ging
het falikant mis en waarschijnlijk al in een
heel vroeg stadium. Achterafkan worden
geconcludeerd dat PSV jarenlang in de 'ver
keerde' speler heeft geïnvesteerd. Vanaf het
moment dat Peter Hoekstra over de inter
naatdrempel in Geldrop stapte, was hij
linksbuiten. En dat is hij al die tijd gebleven.
Nummer elf. Toen er na vier jaar een plaats
in de A-selectie voor hem werd vrijgemaakt,
bleek het eerste team slechts met twee spit
sen te spelen. En of de trainer nou Bobby
Robson, Hans Westerhof, Aad de Mos of
Dick Advocaat heette: vleugelspitsen waren
in het systeem overbodig.
Internaat
Spijt heeft Peter Hoekstra echter nooit
gehad van zijn beslissing om naar PSV te
gaan. „Al zou ik het waarschijnlijk nu
nooit meer doen. Ik weet het eigenlijk wel
zeker..."
Het was de droom van een Drents jongetje,
dat op veertienjarige leeftijd bij de Asser
Christelijke Voetbalvereniging (ACV) werd
weggeplukt door de kampioen van
Nederland. In zijn hoofd spookten de
namen van Soren Lerby, Ronald Koeman
en Gerald Vanenburg. Namen die de
afstand (driehonderd kilometer) tussen
zijn ouderlijk huis en het internaat van
PSV in gedachten bijna wandelend te
overbruggen maakten. „Maar de eerste
twee jaar vielen me zwaar," bekent Peter
Hoekstra. ,;Ik vroeg me wel eens af wat ik
AJAX MAGAZINE MEI 1996 9 5