Ajax-Juve duurde d
Terugblik
door Evert Vermeer
Voor de tweede maal herhaalt voor Ajax de
geschiedenis zich. Zoals de Champions-
Leaguefinale van vorig jaar met AC Milan als
opponent een reprise was van de allereerste
Europese eindstrijd die Ajax speelde (in 1969,
en met 4-1 verloor), zo is ook de Turijnse 'Oude
Dame' die dit jaar in Rome tegemoet getreden
wordt, een oude bekende uit een eerdere
finale. Op 30 mei 1973 stond Ajax in Belgrado
voor zijn vierde Europa-Cupfinale en, als alles
goed zou gaan, de winst van zijn derde Europa
Cup op rij. En dat alles goed zou gaan, daaraan
twijfelde eigenlijk niemand.
Ajax had het hele seizoen al getoond op
eenzame hoogte te staan. In de eredivisie,
maar ook in het internationale voetbal. De
speelstijl was gaandeweg een tikje minder
avontuurlijk geworden, maar des te
professioneler. Bij Arsenal, Benfica en Real
Madrid had Ajax laten zien totaal niet onder
de indruk te zijn van een volgepakt en
fanatiek voor de tegenstander juichend
stadion, met driemaal winst als resultaat.
Wat dat betreft maakte niemand zich
zorgen. Bovendien was Ajax volledig, met
uitzondering van Jan Mulder. De door
blessurepech achtervolgde steraankoop had
nog een vertwijfelde poging gedaan op tijd
weer inzetbaar te zijn voor de finale, maar
moest andermaal constateren dat zijn knie
hem dit seizoen weinig speeltijd gunde.
Snelle opening
De tegenstander, Juventus, had de typisch
Italiaanse reputatie nogal statisch te
voetballen. De verwachting was dat bij een
snel doelpunt van Ajax Juventus het
initiatief niet zou kunnen overnemen. De
wedstrijd kreeg een historisch tintje
doordat Sjaak Swart had aangekondigd na
dit seizoen afscheid te zullen nemen. Dat
76
AJAX MAGAZINE MEI 1996