je niet iets neerzet wat je collega vijf weken
geleden al heeft gedaan."
Dat zal zeker niet gebeuren. Wat nu wordt
neergezet is even uniek als de opdracht zelf.
Van a tot z mag Van Zuuk alles zelf
ontwerpen. Van de inrichting van het
terrein, de stoeptegels en het entreehek tot
de lichtmasten, het clubhuis, de
vloerbedekking, de bar en de ballenvangers.
"Beter kun je niet wensen, want op deze
manier kun je er echt een eenheid van
maken. Het clubhuis wordt, met die grote
houten trap die in perspectief naar boven
loopt, de balkons voor de bestuurskamer
en de kantine die in nauw overleg met
Ruud Verschoor wordt ingericht, echt een
gebouw met een bijzondere architectuur
dat op den duur Ajax zal typeren. De
mensen zien straks een bijzonder gebouw,
luxe maar niet overdreven, dat men niet
dagelijks tegenkomt en dat onwillekeurig
bij Ajax gaat behoren. Nou, een echt
Ajaxgebouw, ik geloof dat niemand precies
weet wat dat is maar het heeft wel een
uitstraling die bij Ajax hoort. Kijk, alleen
een gebouw of complex op zich is
natuurlijk niets. Vroeger dachten de
architecten echt dat zij de wereld konden
verbeteren door er hun gebouwen neer te
zetten maar daar is men erg van
teruggekomen. Want de wereld is niet
verbeterd ook al hebben ze de gebouwen
gemaakt. De sfeer en de gezelligheid zullen
toch van de mensen zelf moeten komen.
De architect kan alleen de
randvoorwaarden scheppen."
De letters
Harmonie is het toverwoord. Dat kan niet
genoeg worden benadrukt. Alles staat in
verband met elkaar. Een goed voorbeeld
zijn de ballenvangers, normaal gesproken
een stuk aluminium met gaas of een net.
Van Zuuk maakt daar iets bijzonders van
in harmonie met de tribunes en het
clubhuis, waar aan de zijkant op de grote
muur de letters 'Ajax' zullen prijken zoals
nu het geval is in de Meer boven op het
dak van de eretribune. Het is een stuk
historie van Ajax dat meegaat naar de
nieuwe locatie. Van Zuuk had daar wat
moeite mee. Ook na wat discussies met de
architect twijfelde bestuurslid Henrichs
echter geen moment.
"Daar nemen wij geen afscheid van. Van
Zuuk vond die letters bij een relatief
modern gebouw niet helemaal staan. Hij
had moeite met de kleur en het lettertype.
Misschien wel begrijpelijk, maar ik zei:
'Nee, Rene, die letters gaan mee! En die
worden niet geplaatst ergens aan de rand
van het complex maar aan de grote muur
van het clubhuis. Die letters zijn een stuk
herinnering en herkenning. Wie ze ziet,
weet: hier moet ik zijn. Zoals men dat nu
ook heeft wanneer men het stadion in de
Meer oprijdt. Iedere filmreportage vanuit
de Meer begint met het in beeld brengen
van die letters. En hoeveel mensen kijken
er niet naar wanneer zij op de Middenweg
rijden? Het is een enorm stuk
herkenbaarheid, net als het glas in lood in
ons stadion. Dat gaat ook mee. Het
symboliseert iets en het zegt iets over wie
we zijn en dat mogen we nooit vergeten."
PlSliiS
mm-M
AJAX MAGAZINE APRIL 1996