Het clubhuis van vierduizend vierkante meter zal een bijzondere aanblik krijgen, met grote ronde bogen die in harmonie met de Amsterdam Arena zijn om toch maar de afstand tussen het eerste elftal en de rest van de vereniging zo klein mogelijk te houden. Nu heeft de jeugd het op Voorland over het spelen tussen die vier masten, straks zien de Ajax-talenten vanaf de Toekomst niet alleen vele mooie bomen maar ook dat prachtige dak van de Amsterdam Arena en kunnen ze ervan dromen om daar ooit ook eens onder te spelen als Ajacied. "En architectonisch gezien is het bepaald niet erg dat alles wat uit elkaar staat, al kan ik mij de wens wel voorstellen om alles zo dicht mogelijk bij elkaar te hebben," zegt Van Zuuk. Op de begane grond bevinden zich veertien kleedkamers en driehonderd vierkante meter opslagruimte plus locaties voor de medische staf, het krachthonk, het revalidatiebad en de sporthal, die uiteraard twee verdiepingen hoog is en even groot als de huidige hal in de Meer. Dan op de eerste verdieping een aantal kantoren, vergaderruimtes, de bestuurskamer, het onderkomen van de supportersvereniging en de kantine. Die meet vijfhondervijfenzeventig vierkante meter en zal worden beheerd door Ruud Verschoor. Er kunnen zeker duizend mensen terecht. De ruimte kan multifunctioneel worden gebruikt, zoals met alle ruimtes valt te schuiven. Het wordt de ontmoetingsplaats voor ouders, Ajacieden, elftallen, junioren die er vanuit school kunnen eten, kortom voor iedereen. Daar moet het altijd gezellig zijn; een schone taak voor architect en, straks, beheerder. Gigantisch tempo Hoe heeft Rene van Zuuk het werken aan de Toekomst tot nu toe ervaren? "Een voetbalcomplex of een stadion had ik nog nooit eerder gebouwd en veel voetbalachtergrond heb ik niet. Hooguit wat algemene interesse. Bovendien was er weinig tijd om me in de Ajax-historie te verdiepen want ik moest onmiddellijk aan de slag. Binnen een half jaar moesten alle bestektekeningen klaar zijn, hetgeen inhield dat ik binnen zes weken met schetsen en de eerste ideeën moest komen. Het tempo lag gigantisch hoog. Dat was eigenlijk het grootste probleem, de planning, want alles moet op tijd klaar zijn. In de vakliteratuur was ik al eerder geïmponeerd geraakt door het stadion van Bari in Italië met die heel grote betonschelpen. Dat heeft mij toch wel wat geïnspireerd bij het ontwerpen van de Toekomst. Het moest in ieder geval een eenheid worden tussen de tribunes onderling en het clubhuis. En het Ajax- gevoel moest tot uitdrukking komen. Dat was bij mij niet zo aanwezig. Als je mij naar mijn Ajax-gevoel vroeg, kwam ik niet verder dan dat ik dacht dat Ajax wel een technische ploeg had. Natuurlijk ben ik later via gesprekken en rondleidingen meer over Ajax te weten gekomen en in literatuur en tijdschriften lees je alles over stadions. Zo kon ik mij voorbereiden. Ie kijkt wat al een keer is gebouwd, opdat AJAX MAGAZINE APRIL 1996 27

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1996 | | pagina 27