Foto: Louis van de Vuurst
Op 19 april 1995 verslaat Ajax in het
Olympisch stadion Bayern München
met 5-2, waarmee de finale van de
Champions League bereikt wordt.
maar op last van de machthebbers moest
iedere stad minimaal één topclub hebben,
en het omnoemen van de club was een
handige manier om zulks te bereiken. Ajax
was bij de loting in Madrid uit de bus
gekomen als de club die het eerst thuis
moest spelen, maar nadat een Wismut-
delegatie het elftal aan het werk had gezien
in een treurig slechte competitiewedstrijd
tegen BW, hadden de Duitsers er weinig
bezwaar tegen om de eerste wedstrijd in
Aue af te werken. Met éénentwintig man
ging Ajax op stap: dertien spelers, drie
officials, een arts, en vier supporters. In
de wedstrijd bleek het Oostduitse
optimisme misplaatst te zijn geweest: voor
men er erg in had stond het 0-2 door Piet
van der Kuil en Wim Bleyenberg, en na een
kwartier in de tweede helft rondde Van der
Kuil een dieptepass van Sjaak Swart af,
waarna Müller de eer redde.
Dat bleek niet genoeg: in Amsterdam werd
Wismut opgescheept met een 1-0
nederlaag (doelpunt van Ouderland) en
met een afzichtelijk relatiegeschenk (een
molen van Delfts blauw met verlichting).
In de volgende ronde sneuvelde Ajax
kansloos tegen Vasas.
Max Merkel
Pas elf jaar later, in 1968, mocht het Ajax-
gezelschap weer zijn Duits oefenen, toen
Ajax de Westduitse kampioen 1. FC
Nürnberg als tegenstander trof in de eerste
ronde van wat het meest succesvolle
Europa-Cupseizoen tot dan toe zou
worden. De Neurenbergers waren
kampioen van de Bundesliga geworden
onder de knoet van trainer Max Merkel,
die ook nog eens een blauwe maandag
bondscoach in Nederland was geweest.
Merkel huldigde het principe dat een
strakke discipline resultaten moest
opleveren, en het kampioenschap leek hem
gelijk te geven. Voor zolang het duurde. In
Neurenberg leek Ajax overlopen te worden
door een ontketend Nürnberg, dat al snel
scoorde en ook nog eens de paal geselde.
Maar na dat openingsoffensief wist Ajax de
wedstrijd meer en meer naar zich toe te
trekken, en een prachtige solo van Johan
Cruijff in de slotfase gaf Ajax een mooie
uitgangspositie voor de return. In
Amsterdam ging Nürnberg in de
aanvalsgolven onder. Swart scoorde
tweemaal, Henk Groot benutte een
strafschop, en Cruijff sloot andermaal de
score op oogstrelende wijze af. Het bleek
het definitieve einde van Merkels theorie:
aan het eind van het seizoen degradeerde
7C