Uit het oosten
nog nieuws?
Ajax' Duitse tegenstanders in de Europa Cup
door de jaren heen
Historie
door Evert Vermeer
Ajax ontmoet in maart in de kwartfinale van de Champions League de Duitse
kampioen Borussia Dortmund. Dat is een geduchte tegenstander, maar de
geschiedenis van Ajax' ontmoetingen met Duitse ploegen leert dat de balans,
anders dan bij het Nederlands elftal het geval is, ruimschoots in Nederlands
voordeel uitslaat. Geen reden voor ongebreideld optimisme, maar wel leuk om
nog eens terug te lezen. Een duik in het verleden.
Sportieve ontmoetingen tussen ploegen uit
Duitsland en Nederland zijn zelden geheel
ontbloot van emoties. Over het waarom is
inmiddels een dikke map artikelen
volgeschreven door psychologen,
sociologen en andere kenners, maar
helemaal duidelijk is de oorzaak van die
intense rivaliteit nooit helemaal geworden.
Ongetwijfeld zullen de oorlogsjaren de
relatie geen goed hebben gedaan, maar ook
vóór 1940 schijnt er al die extra
gedrevenheid te hebben bestaan om van
alle wedstrijden vooral die tegen Duitsers
te winnen, die tot op de huidige dag
voortduurt. Daarbij is opvallend dat de
rivaliteit vooral buiten het veld lijkt te
worden uitgedragen, terwijl de strijd
binnen de lijnen doorgaans fel is, maar
zelden de perken te buiten gaat. De
beruchte fluim van Frank Rijkaard tijdens
het WK van 1990 dient waarschijnlijk dan
ook niet verklaard te worden uit anti-Duits
ressentiment, maar uit frustratie over de
chaos rond Oranje gedurende dat
toernooi. De bijna gênante explosie van
vreugde nadat de nationale ploeg in 1988
in Hamburg de thuisploeg uit het EK had
gestoten, was voer voor psychologen: was
het eindelijk de wraak voor de
traumatische nederlaag in de WK-finale
van 1974, hadden we, zoals één analist het
stelde, massaal onze fiets terugvonden,
hebben wij Nederlanders echt een hekel
aan Duitsers, of is het gewoon folklore,
zoiets als Belgenmoppen?
Oost-Duitsland
Ook Ajax heeft inmiddels een lange
geschiedenis van, niet zelden beladen,
ontmoetingen met Duitse ploegen, zowel
uit het echte Duitsland als uit het
communistische aftreksel daarvan dat tot
vijf jaar geleden DDR heette.
In 1957, toen Ajax zijn Europese debuut
maakte, mochten we van de Nederlandse
regering die naam nog niet gebruiken
omdat we geen diplomatieke banden
hadden met Oost-Duitsland (of de
Oostzone, zoals hun westelijke
landgenoten dat deel van het oude
Duitsland hardnekkig bleven noemen). De
voetbalbond was echter wel bij de UEFA
aangesloten, waardoor het kon gebeuren
dat de allereerste reis van Ajax in Europa-
Cupverband naar Oost-Duitsland ging.
Naar Chemnitz, om precies te zijn, de stad
die destijds als Karl-Marx-Stadt door het
leven ging. Daar kwam Wismut vandaan,
officieel althans. In feite speelde de club in
het enkele kilometers verder gelegen Aue,
74
AJAX MAGAZINE FEBRUARI 1996