Israel
Column
door David Endt
Ik schuif het gordijn open en de dag smijt een emmer zonlicht
naar binnen. Opstaan is een feest wanneer je wakker wordt in een
heuse oase. De wind laat de takken van de palmbomen neigen, een
helblauwe vlek water blijkt een zwembad te zijn, omzoomd door
grasgroen. Israel. Een trainingskamp in de kustplaats Caesarea,
ooit een havenstad met allure, genoemd naar de Romeinse keizer.
Nu is er van havenactiviteiten weinig te merken. Caesarea is vooral
een rustoord, een verblijfplaats voor de rijkeren van Israel. Ruime
villa's en bungalows, de in de tuinen geplaatste replica's van
klassieke zuilen geven de omgeving iets kitscherigs. Is dit het echte
Israel? Of is dat het Israel van de televisiebeelden? Het Israel van
spanning, van aanslagen, van angst en van overlevingsdrang? Hier,
Litmanen, Kluivert, Musampa of een van de broertjes De Boer
willen. Of een foto móeten maken van een Ajacied. Er zit
agressiviteit in de aanbidding. Eén krabbel, één fotokaart of sticker
is niet genoeg. Er wordt gegraaid en gegrist. De andere
handtekeningenjager is een concurrent, die moet worden
afgetroefd. De jacht op een aandenken verslaat het respect. Naast
de warmte en de gastvrijheid en de trots om gastheer te mogen
zijn, is er ook veel gotspaeen houding van: wanneer je niet vraagt,
wanneer je niet aandringt, krijg je ook niets voor elkaar. Het is net
geen bedelen, net niet echt brutaal, maar een dringerig duwen naar
een voordeeltje.
Datzelfde fanatisme is merkbaar in de wedstrijd. De Maccabeërs
'ümwt «prnptiW .vpk^x ntijf ,o«fp ,^W33
tr»wwmflwjjfft trTrm m> ,fw
wmrexm 'ö!n m itrvfrp er»
.3m 3» ar yy te 333 n* 2-»5m tmra
193 33H ,*vinn art* ons»» jjk
o»3> w»j nw»
in het sjieke hotel is daar niets van te
merken. Oase.
Het Nederlandse voetbal en Ajax in het
bijzonder zijn heel erg populair in Israel.
Dat heeft natuurlijk te maken met een
bepaalde feeling die er bestaat tussen beide landen. Nederland staat
nog steeds bekend als pro-Israel en dat voegt een extra element toe
aan de waardering en de liefde voor het voetbal van Ajax, Europa-
Cupwinnaar, wereldkampioen.
De waardering is al bij de landing op de luchthaven Ben Goerion
merkbaar. Hoewel wij diep in de nacht arriveren, staat er een
flinke groep supporters te wachten. Israeli's in Ajax-shirts, met
Ajax-petjes, met Ajax-sjaals. Amit Vulkan stelt zich voor. Hij is de
oprichter van de Ajax Supportersclub Israel. Hij weet alles van
Ajax en is vreselijk gelukkig met het pakket Ajax-souvenirs dat hij
krijgt. De volgende dagen wordt de populariteit bevestigd door de
in groten getale opgekomen belangstellenden bij de trainingen.
Trainingen aan het strand, waar plezier de boventoon voert, en
trainingen op het veld, op twintig passen van het hotel Dan
Caesarea. Elke keer zijn er tientallen fans die een handtekening van
tT» Stt
spelen het duel van hun leven, ze geven alles en meer tegen de
wereldkampioen die zich laat verrassen.
In de laatste minuut van de wedstrijd wordt Maccabi Haifa
wereldkampioen. Invaller Silvas beukt de bal in de bovenhoek en
verovert eeuwige roem. Uitzinnige Maccabeërs vieren een wild
feest.
Het is tien lange minuten doodstil in de kleedkamer van Ajax. De
spelers staren voor zich uit, verliezen doet pijn, ook wanneer dat in
een vriendschappelijk treffen gebeurt.
Maar wanneer de koffers sjouwende Ajacieden naar de bus lopen,
stijgt er een mooi en eerbiedig applaus op uit de schare. Ajax blijft
Ajax, de wereldkampioen die Israel bezocht. De waardering is
onaangetast door de nederlaag. Een eindje verderop vindt
heldenverering plaats. De maker van het winnende doelpunt gaat
op de schouders en wordt luid bejubeld naar zijn auto gedragen.