Het bestuur in 1967 tijdens de receptie ter
gelegenheid van het landskampioenschap.
Vanaf links: Piet van Reenen, Jan Westrik, Jaap
van Praag, Henk Timman, H. Smit, André Kraan en
Wim Bruynestein.
Speeches, handdrukken en cadeaus bij het
afscheid van de bestuursleden André Kraan
en Henk Timman in september 1977.
Rechts Frans Derks.
wel de belangrijkste oorzaak van de
tegenwoordige bloei van Ajax. Er is ook
een beleidsplan, er is visie. Dat kunnen ze
niet bij alle clubs zeggen. Ook als
vereniging heeft Ajax toekomst. Er was en
is bepaald geen financiële noodzaak om
een stichting te worden," zegt hij met
ironische ondertoon. "De zaterdagafdeling,
die sinds 1984 bestaat op voorspraak van
Cruijff, zal het toekomstig kader van de
vereniging leveren."
De kleurrijkste man die André Kraan in de
vereniging meemaakte was zonder twijfel
Jan Westrik, oftewel 'ome Jan Sigaar'. Hij
was secretaris van 1963 tot 1985. Wat
Kraan zich vooral herinnert: "Hoe de man
ongelofelijk principieel kon zijn... En na
twee dagen had hij er spijt van, hahaha. En
zijn geheugen was ongeëvenaard. Notulen
van iets wat jaren geleden besproken was,
frommelde hij zo te voorschijn. Prachtig."
André Kraan, die zichzelf een liefhebber
noemt van reizen, recepties, bruiloften en
partijen, heeft wat papieren meegenomen.
Zoals het een doorgewinterde vergaderaar
betaamt. Hij somt op wat hij in zijn vele
jaren als lid van bestuurlijke colleges
allemaal voor trofeeën heeft gewonnen.
Geen enkele bestuurder, vermoedelijk ook
niet buiten Ajax, kan hem dit nazeggen.
Acht Europa-Cup finales, waarvan zes
gewonnen, tien landstitels, zes nationale
bekers, twee wereldbekers én, last but not
least, in 1962 de trofee van het Intertoto-
toernooi. "Dat was een prachtige wedstrijd.
Een schitterende goal van Henk Groot. Dat
kan ik me nog herinneren. Dat kan ik me
nog zó goed herinneren!"
Henk Groot zou een jaar later naar
Feyenoord vertrekken. Dat raakte Kraan
destijds hevig. "Oh, dat vond ik erg. Vond
ik zo erg. En dat Cootje Prins wegging. Oh!
Zo erg."
"Op de achtergrond voel ik me op m'n
plaats. Voorzitter heb ik nooit willen
worden. Dat was iets te hoog gegrepen."
Wat clubliefde is? Dat zal niemand
eenvoudig onder woorden kunnen
brengen. André Kraan echter ratelt er
rustig overheen. Hij ziet het als een
groeiproces. "Je hebt die band met de club
waar je je thuis voelt en als voetballer
vrienden maakt. Daardoor wordt de band
al sterker. Voor mij kwam daar de
hommage bij die ik in Indonesië ontving.
Terug, beleefde ik die gouden periode in
het honkbal, en ook in het voetbal was het
goed toeven. Je groeit in de vereniging. Als
je dan op 34-jarige leeftijd in het
bestuurscollege wordt gekozen en je mag
dat allemaal meemaken, dan geeft dat iets
van dankbaarheid. Je hebt zoveel
meegemaakt, lief en leed met de club
gedeeld en dan mag je die nog besturen
ook. Je verzet werk, en je krijgt het terug.
Mag ik zeggen dat ik mezelf een
bevoorrecht mens vind? Ik ben een
bevoorrecht mens."
mfi
A1AX MAf.AZINE FEBRUARI 1996