Juli 1962: voor de wedstrijd Haarlem Nicols - Ajax werd André Kraan gehuldigd ter gelegenheid van zijn driehonderdste wedstrijd in Ajax 1. Ajax op weg naar La Coruna voor een wedstrijd tegen het Spaanse elftal. Achterste rij vanaf links: R. Boomgaard, Theo van Duivenbode, dokter Rolink, André Kraan, Jaap van Praag, Barry Hulshof, M. Bremer, Jan Westrik, Frits Soetekouw, Wim Suurbier, Gert Bals, Klaas Nuninga en Henk Groot; voorste rij: H. Meyer, Bennie Muller, Johan Cruijff, Jaap Hordijk, Rinus Michels, Co Prins en Ton Pronk. formeren. Michael van Praag, een nieuwkomer, werd voorzitter. André Kraan: "En voor dat nieuwe college werd ik tot mijn grote verrassing ook weer benaderd..." De overlever, nog steeds verbaasd en trots dat hij opnieuw overleefde: "Als mens was ik er erg blij mee. Het gaf enorme voldoening. Niet dat ik uit m'n bol ben gegaan. Maar... het betekende waardering. En we zitten er nog steeds, zoals u misschien weet. Alle vijf." Welke eigenschappen hebben bewerkstelligd dat André Kraan, uit welke hoek de wind ook waaide, in steeds andere tijdperken, altijd mocht blijven? "Ten eerste heb ik een levensloop in Ajax. Verder ben ik, zoals ik al eerder zei, dankbaar bestuurslid van een club als Ajax te mogen zijn. Al zijn er ook teleurstellingen geweest, daar niet van. Die dankbaarheid kun je uiten door je werk goed te doen. Verder ga ik goed met de mensen om. En dan sta ik voor een bepaalde discipline. Die hoort er te zijn in een vereniging. Mensen moeten de reglementen eerbiedigen. Ook heb ik een enorme kijk op wie écht wat voor Ajax doet en wie niet. De échte Ajacieden, daar heb ik waardering voor. Ze zeggen wel eens dat ik ze herken omdat ik zelf zo ben..." André Kraan kreeg technische zaken in zijn portefeuille. En hij werd opnieuw vice- voorzitter, net als van 1967 tot 1977 onder Jaap van Praag. "En straks, als ik moet stoppen, zullen er maar twee zijn die meer jaren in het bestuur hebben gezeten: Marius Koolhaas, achtendertig jaar, en Elzenga, eenendertig. Op dit moment heeft Theo Brokmann sr er zesentwintig, één meer, maar over twee jaar mag ik me op de derde plaats nestelen met zevenentwintig. Daar ben ik erg trots op. Ik heb met mijn technische zaken niet de zwaarste baan, want alles gaat via Van Gaal als technisch directeur. Voor mij is het een kwestie van in goed overleg op de hoogte blijven. Mijn taak ten aanzien van het betaald voetbal zit 'm vooral in het ontvangen van de gasten 's zondags: de scheidsrechter, de grensrechters en het bestuur van de tegenpartij. Als ze me zouden vragen, zou ik dat graag blijven doen na mijn aftreden over twintig maanden. Mijn functie ligt vooral op het representatieve vlak, want ik ga ook mee naar alle uitwedstrijden. Recepties, daar heb ik niks tegen. Nagenoeg alle reizen maak ik mee. Niet dat ik 't erg vind, hoor. Mijn vrouw misschien wel, maar ze is eraan gewend. Op het gebied van technische zaken doet Van Gaal dus alles. En zo hoort het ook. Ajax kan niet meer zonder iemand die het niveau heeft om alles aan te kunnen. Iemand die de hele kar trekt. Het bestuur kijkt natuurlijk altijd mee over de schouder van zo'n man, het bestuur heeft de eindverantwoordelijkheid. We blijven van alles op de hoogte, ook op het gebied van de andere bestuursportefeuilles. Professionals doen het werk. Wij besturen op afstand, zoals we dat noemen. Ieder vanuit zijn eigen discipline. Van Praag, Coronel en Van Os besturen Ajax uit zakelijk oogpunt, en Henrichs en ik vanuit verenigingsoogpunt. Zo typeer ik het. Een uitstekende formule." "Ten opzichte van het verleden zijn wij veel opener tegenover de ledenraad. Er is wederzijds vertrouwen, een goede basis. Die democratie, de structuur, is misschien 41 41 \4 «4 a a f i n r rrnni a r» i jt r\r\ s- 4 nc

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1996 | | pagina 105